Burgemeester Sharon Dijksma van Utrecht heeft in een brief aan de gemeenteraad de inzet van de mobiele eenheid woensdag bij een pro-Palestinaprotest verdedigd. De ME haalde woensdagavond 42 mensen uit het pand van de Universiteit Utrecht aan het Janskerkhof en kwam ook in actie toen mensen een bus met arrestanten tegenhielden. "Hierbij is kort geweld toegepast, waarbij ook enkele tikken met de wapenstok zijn uitgedeeld", schrijft Dijksma. "Na het vertrek van de bus is de rust teruggekeerd."
De betoging begon woensdag rond 14.00 uur op het Janskerkhof. Het protest met zo'n vijfhonderd deelnemers was niet bij de gemeente aangemeld, maar werd volgens Dijksma "zo goed mogelijk gefaciliteerd" door de politie. Zo'n zestig tot tachtig betogers gingen daarna het pand aan het Janskerkhof in het centrum van de stad binnen. Daar moesten de demonstranten uit, na vorderingen van de universiteit en de politie.
Toen ze dat niet deden, werden ze door de ME uit het pand gehaald. Dijksma zegt dat is waargenomen dat er stenen en pallets waren meegenomen het pand in, en dat betogers in het pand helmen bij zich hadden, handschoenen droegen en "potten met (naar het scheen) vloeistof naar binnen brachten". "Inzet van de ME is in zo'n situatie nodig, omdat de ME over betere persoonlijke veiligheidsmaatregelen beschikt".
Volgens Dijksma liepen de meeste mensen uiteindelijk zelf mee het pand uit. Sommige mensen zijn door de politie opgetild en meegenomen. Een enkeling werd naar buiten getild.
"Het is zeer betreurenswaardig dat een vreedzame demonstratie, waaraan volop ruimte werd gegeven, door een bepaalde groep aangegrepen wordt om dwingend en intimiderend gedrag dat niet past bij vreedzame demonstraties te vertonen en dit bij anderen aan te moedigen", schrijft Dijksma. "Ondanks diverse pogingen tot gesprek en vrijwillig vertrek, was inzet van de ME nodig om dit gedrag te doen stoppen en de orde te herstellen."
De Utrechtse burgemeester zegt dat ze demonstraties "uiteraard" blijft faciliteren. Maar ze zegt in de raadsbrief ook een beroep te doen op organisatoren "om hun verantwoordelijkheid te nemen voor het in goede banen leiden van de demonstraties".