De Eritreeërs die terechtstaan voor de rellen rond zalencentrum Opera in Den Haag op 17 februari, ontkennen dat het hun bedoeling was om geweld te plegen. Ze vertelden vrijdag bij de rechtbank in Den Haag dat ze vreedzaam wilden demonstreren tegen het feest van voorstanders van het bewind in Eritrea, maar door hen werden uitgedaagd. Volgens het Openbaar Ministerie riepen twee van hen eerder op sociale media op tot "het laten vloeien van bloed".
De tien mannen, tussen de 19 en 36 jaar, hebben volgens het OM allemaal geweld gepleegd. Twee van hen, een 23-jarige man uit Den Haag en een 28-jarige man uit Rotterdam, worden ook verdacht van opruiing. Zij zouden vier dagen voor de rellen in een livestream op de sociale media-app TikTok hebben opgeroepen tot geweld: "Alle jongvolwassenen moeten zich klaarmaken, wij gaan vechten en bloed laten vloeien, de groep bloeddorstige slaven zijn een groot feest aan het voorbereiden, zij zijn onze vijanden."
"Dingen klinken in onze taal soms heftiger dan bedoeld", volgens de man uit Rotterdam. De verdachten zeggen dat met het feest in Den Haag geld werd ingezameld voor het totalitaire bewind in Eritrea, dat zij zijn ontvlucht. "Wij zijn dankbaar nu in een rechtsstaat te leven, maar kunnen niet bevatten dat aanhangers van het regime hier festiviteiten mogen organiseren. We willen dat dit stopt."
Enkele honderden tegenstanders van het bewind in Eritrea belaagden het Haagse zalencentrum. Ze bekogelden de toegesnelde politie en brandweer met stenen, fietsen en vuurwerk. Twee politieauto's en een touringcar gingen in vlammen op.