Het is zo goed als zeker dat de Eerste Kamer dinsdagavond tegen de vijfde verlenging van de tijdelijke coronawet gaat stemmen. Via die tijdelijke wet kan het kabinet bij een opleving van corona maatregelen afdwingen, zoals het dragen van mondkapjes. Dit betekent concreet dat er over twee dagen geen wettelijke grondslag meer voor het kabinet is om beperkende maatregelen op te leggen. Het kabinet kan dan alleen nog op noodwetgeving terugvallen.
Het debat in de Eerste Kamer over de vijfde verlenging van de tijdelijke wet is nog in volle gang, maar nu al is duidelijk dat er geen meerderheid voor is. Die tijdelijke coronawet moet telkens met drie maanden worden verlengd. Hoogstwaarschijnlijk stemt alleen de coalitie in de senaat voor de vijfde verlenging, maar die heeft slechts 32 van de 38 benodigde zetels voor een meerderheid. De vijfde verlenging loopt tot 1 juni.
Twee van de vier coalitiepartijen, VVD en CDA, doen dat overigens wel met flinke tegenzin. Beide fracties vinden dat het kabinet al veel eerder werk had moeten maken van een wijziging van de Wet publieke gezondheid (Wpg). Daarin wil het kabinet opnemen welke maatregelen het kabinet mag afdwingen bij een pandemie zoals corona.
De negen oppositiepartijen die tot nu toe in het debat aan het woord zijn geweest, zijn allemaal tegen verlenging. Samen hebben zij 33 zetels van de 75 zetels in de Eerste Kamer. De Fractie Nanninga (zeven zetels), die later dinsdag aan het woord komt, stemt naar verwachting ook tegen de vijfde verlenging. Daarmee is die Tijdelijke wet maatregelen Covid-19 (Twm) van de baan, evenals de al bij de Tweede en Eerste Kamer ingediende zesde verlenging.
De noodzaak om ingrijpende beperkende maatregelen op te leggen is gezien het geringe aantal coronabesmettingen niet meer nodig, is het belangrijkste argument van de oppositie om tegen te stemmen. "Er is op dit moment geen enkele noodzaak meer voor een tijdelijke wet", betoogde Margreet de Boer (GroenLinks). Daar sloten onder meer PvdA, SP, de SGP en de Partij voor de Dieren zich volmondig bij aan. Voor GroenLinks is dat noodzakelijkheidscriterium doorslaggevend bij haar stemkeuze.
Diverse oppositiepartijen benadrukten in het debat dat als corona opleeft voordat de herziene Wet publieke gezondheid van kracht is, de Tweede en Eerste Kamer hun verantwoordelijkheid zullen nemen om eventuele spoedwetgeving snel goed te keuren.