Van alle energie die in Nederland wordt gebruikt, komt in 2030 tussen de 32 en 42 procent uit hernieuwbare bronnen, verwacht het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Daarmee ziet het ernaar uit dat Nederland zijn bijdrage aan de Europese doelen kan leveren, als het meezit. Op een aantal terreinen ziet het PBL echter ook achterstanden. Zo schiet het met verwarming uit hernieuwbare bronnen nog steeds niet genoeg op. De doelen voor energiebesparing worden ook nog niet allemaal gehaald.
Het PBL geeft een uitgebreid overzicht van de voortgang in de donderdag verschenen Klimaat- en Energieverkenning (KEV). Het rapport geeft een gemengd beeld. Sectorhoofd Jaco Stremler ziet "zowel goede kanten als uitdagingen". Het uitgebreide klimaatpakket dat het inmiddels demissionaire kabinet afgelopen voorjaar presenteerde kan veel opleveren qua verduurzaming, ziet het PBL.
Het voorjaarspakket bevat tal van voorstellen, van strengere normen voor de industrie tot het stimuleren van waterstofgebruik en van het isoleren van tochtige huizen tot nieuwe subsidies op tweedehands elektrische auto's. In hoeverre dat pakket na de verkiezingen intact wordt gehouden, hangt af van de volgende coalitie die het land gaat besturen.
In EU-verband is onlangs nog vastgelegd dat in 2030 zeker 42,5 procent van alle energie uit hernieuwbare bron moet komen. Daaronder vallen onder meer windmolens, zonnepanelen en biobrandstoffen. Het doel voor Nederland ligt nog niet helemaal vast, maar komt volgens het PBL waarschijnlijk uit op 38 procent. Dat valt binnen de bandbreedte van 32 tot 42 procent die het PBL heeft berekend. Als het tegenvalt, wordt het doel echter nog niet gehaald.
De aangescherpte Europese doelstelling voor energiebesparing is nog iets moeilijker te halen. Dan moet echt álles meezitten, bijvoorbeeld ook het weer. Wanneer ook wordt gekeken naar het verbruik van de energiesector zelf, dan is het besparingsdoel nog buiten bereik. Het PBL legt uit dat de vraag naar elektriciteit sneller groeit dan windmolens en zonnepanelen kunnen bijbenen. Voorlopig zal daardoor nog veel aardgas voor de opwekking nodig zijn en daarbij gaat een deel van de energie verloren.
Het PBL publiceerde met Prinsjesdag al het eerste deel van de KEV. Voor het eerst zag het planbureau toen het klimaatdoel voor 2030 in zicht komen: 55 procent minder uitstoot dan in 1990. Ook dat lukt alleen als alles meezit en al het voorgenomen beleid wordt uitgevoerd.