Derdelanders uit Oekraïne hebben vorige week niet op grote schaal asiel aangevraagd om voorlopig nog in Nederland te kunnen blijven. Er staan nog steeds zo'n zevenhonderd asielaanvragen van deze groep open, ongeveer evenveel als enkele weken geleden. Eind vorige week kwamen er "niet heel veel asielaanvragen bij", laat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) maandag weten.
Bij de derdelanders gaat het om mensen die als buitenlander in Oekraïne werkten of studeerden toen Rusland begin vorig jaar dat land binnenviel. Toen ze naar Nederland vluchtten, kregen ze dezelfde rechten als Oekraïense vluchtelingen. Het kabinet wil dat stoppen. Ze hadden uiterlijk deze maandag de opvang moeten verlaten, maar na een spoeduitspraak van de Raad van State kwam het kabinet daar zaterdag op terug. De derdelanders mogen voorlopig in hun opvang blijven tot duidelijk is of het kabinet de bescherming überhaupt wel mag intrekken.
Als het plan was doorgegaan, hadden de derdelanders voor begin oktober moeten vertrekken uit Nederland. Dat zouden ze hebben kunnen voorkomen door asiel of een studievisum aan te vragen. VluchtelingenWerk zei eerder dat er derdelanders zijn die niet voor asiel in aanmerking komen, maar die toch asiel hebben aangevraagd om hun verblijf in Nederland te kunnen rekken.
Hoeveel derdelanders een studievisum voor Nederland hebben aangevraagd, is volgens de IND niet na te gaan. Die aanvragen lopen via de universiteiten en hogescholen. Daarbij wordt niet gekeken of de mensen hier als derdelander zijn.