Informatie uit ontsleutelde cryptotelefoons mag gebruikt worden als bewijs in strafzaken. Dat heeft de Hoge Raad dinsdag geoordeeld. Advocaten in strafzaken keken reikhalzend uit naar duidelijkheid over de kwestie van de Hoge Raad.
Het gaat om berichten die door verdachten in die zaken zijn uitgewisseld met cryptotelefoons van de zogeheten dienstverleners EncroChat en SkyECC. Hun servers stonden in Frankrijk; deze zijn door Franse opsporingsinstanties gekraakt, waardoor ze vervolgens berichten van criminelen live konden meelezen. Frankrijk heeft de onderschepte communicatie vervolgens met Nederland gedeeld. Beide landen werkten in dit kader samen in zogeheten Joint Investigation Teams.
De Hoge Raad oordeelt dat Nederlandse rechtbanken ervan uit mogen gaan "dat het onderzoek door de buitenlandse autoriteiten rechtmatig - dat wil zeggen: in overeenstemming met het buitenlandse recht - is verricht".
Advocaten zijn altijd al kritisch geweest over het gebruik van die chatberichten als bewijs. Ze stuurden in oktober een brandbrief waarin ze hun zorgen uitten over het gebrek aan transparantie rond het kraken van dergelijke berichtendiensten. Zij stellen dat de rechter niet kan toetsen of het bewijs rechtmatig verkregen is, waardoor hun cliënten geen eerlijk proces krijgen.
Maar volgens de Hoge Raad is hier het zogeheten interstatelijke vertrouwensbeginsel van toepassing. Dit betekent dat de beslissingen van de buitenlandse autoriteiten door de rechter in de Nederlandse strafzaak moeten worden gerespecteerd, aldus het rechtscollege.
De rechtbanken in Zwolle en Leeuwarden hadden de Hoge Raad om deze antwoorden gevraagd. Met dit oordeel van de Hoge Raad kunnen ze verdergaan met de behandeling van enkele stilgelegde drugszaken. In deze zaken is het bewijsmateriaal over de handel in verdovende middelen gestoeld op ontsleutelde informatie van EncroChat en SkyECC.
In Zwolle gaat het om een drugszaak met in totaal dertien verdachten die in verband worden gebracht met drugslabs in onder meer het Groningse Wildervank en Didam in Gelderland.
Bij de rechtbank Noord-Nederland gaat het om de zaak Shifter over internationale handel in cocaïne, hennep en synthetische drugs in Nederland en Duitsland en verdachten uit Leeuwarden en Eindhoven.
De antwoorden van de Hoge Raad zijn ook van belang voor overige rechtbanken in zaken waar het bewijs grotendeels stoelt op ontsleutelde cryptocommunicatie.