Zakaria Boufangacha, vicevoorzitter van FNV, is trots dat het begin van een oplossing voor de inflatiecrisis in zicht komt, na een "verhard cao-seizoen". Dat zei hij tijdens een tussenevaluatie van dat seizoen in het vakbondshuis in Utrecht. Dat er zorgen zijn over de loonstijgingen, onder meer bij werkgevers en De Nederlandsche Bank (DNB), snapt hij echter niet. "Ik vind dat chantage", betoogt Boufangacha.
In totaal wist FNV in de periode van december tot en juni 187 cao's af te sluiten voor 1,6 miljoen mensen. Die kwamen niet allemaal makkelijk tot stand. Zo werd er 47 keer een ultimatum uitgeschreven, in 32 gevallen liepen die vervolgens uit op stakingen. Volgens Boufangacha sorteerden die acties echter wel effect: bij het uiteindelijk maken van de cao-afspraken, kregen de medewerkers die staakten er gemiddeld 104 euro per maand extra bij ten opzichte van wat de werkgevers oorspronkelijk boden.
In de breedte sloot de vakbond cao-afspraken met een gemiddelde loonsverhoging van 7,1 procent. Uiteindelijk gingen mensen met een modaal inkomen er 7,5 procent op vooruit, personeel dat op het minimum zit 8,5 procent. "Daarmee hebben we een flinke stap gezet in het repareren van de inflatiecrisis", zegt Boufangacha, die spreekt van een historische loonsverhoging.
Maar de bond is er volgens hem nog niet. Zo is de inflatie volgens hem nog altijd hard gestegen, dus moet er een inhaalslag plaatsvinden. Hij wil daarom in blijven zetten op de looneis van iets meer dan 14 procent. "Hogere lonen zijn dé oplossing voor de voortdurende inflatie", aldus Boufangacha.
De Nederlandsche Bank (DNB) denkt daar anders over. Zo gingen de lonen in sommige sectoren met 10 procent of meer omhoog. Daardoor kan het moeilijker worden om een einde te maken aan de flinke prijsverhogingen van de laatste tijd, gaf DNB-president Klaas Knot aan in een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer. Ook werkgevers zijn bezorgd over fors hogere lonen, zo stelde werkgeversvereniging AWVN bij de publicatie van haar maandbericht maandag. Die zouden bedrijven namelijk dwingen om kostenbesparende maatregelen te nemen om concurrerend te blijven.
Maar die zorgen wijst Boufangacha van de hand, volgens hem zijn daar geen concrete bewijzen voor. "De lonen kunnen prima gefinancierd worden door werkgevers. Het is de aloude argumentatie: hogere lonen schaden de economie en leiden tot hogere inflatie. Maar daar is geen enkele objectieve onderbouwing voor", aldus de vakbondsman.