De huismus en de koolmees zijn al enkele jaren de vogels die het meest worden geteld in de Nederlandse wintertuin. Zondag is de laatste dag van de jaarlijkse Nationale Tuinvogeltelling, waaraan dit weekeinde meer dan 100.000 mensen meedoen. Maandag is bekend of de mus of de mees dit jaar de eerste plaats bezet. Vogels tellen was nog nooit zo populair als nu tijdens de coronacrisis, merkt Vogelbescherming Nederland, die de telling organiseert.
In de top 10 van veelvoorkomende vogels in de tuin staan onder andere ook de merel, de houtduif en de Turkse tortel. Vogelbescherming Nederland denkt dat de grote bonte specht dit jaar de top kan binnendringen, want daar gaat het heel goed mee. Ook de exotische halsbandparkiet duikt vooral in de Randstad steeds vaker op. Het knalgroene diertje uit veel warmere streken hoort niet in Nederland thuis, maar weet zich goed in een kouder klimaat te redden. De eerste halsbandparkieten in Nederland ontsnapten waarschijnlijk uit een kooi.
De tuinvogeltelling is de oudste en grootste burgernatuurtelling in Nederland. Al sinds 2001 tellen deelnemers in het laatste weekend van januari een half uurtje hoeveel vogels ze in hun tuin of op hun balkon zien. Op internet van de Vogelbescherming Nederland zijn afbeeldingen van tal van vogels te vinden, zodat de dieren makkelijker te herkennen zijn.