Het kabinet wil dat uitvoeringsinstanties minder streng worden voor mensen met een uitkering. Zij moeten meer uitgaan van vertrouwen en rekening houden met persoonlijke omstandigheden. Dat schrijven de ministers Karien van Gennip (Sociale Zaken) en Carola Schouten (Armoedebestrijding) aan de Tweede Kamer.
De ministers reageren daarmee op een recent onderzoek waaruit naar voren kwam dat regelingen hardvochtig kunnen uitpakken voor sommige burgers, maar niet voor iedereen. Zij stellen eveneens vast dat de balans de afgelopen jaren te veel is doorgeslagen naar handhaving en fraudebestrijding, wat ook een grote rol speelde in het schandaal rond de kinderopvangtoeslag.
Verschillende regelingen op het gebied van sociale zekerheid gaan op de schop. Sommige aanpassingen waren al bekend, zoals het plan om de Participatiewet te verzachten zodat mensen in de bijstand - zonder direct gekort te worden op hun uitkering - een financieel steuntje in de rug kunnen krijgen van familie of vrienden.
Ook in de handhaving gaat het nodige veranderen. Het UWV, uitvoerder van de werkloosheidsuitkering, zet in op meer persoonlijk contact met uitkeringsgerechtigden. De Sociale Verzekeringsbank, verantwoordelijk voor onder meer de AOW en de kinderbijslag, neemt bij ingrijpende beslissingen contact op en let daarbij op signalen die wijzen op bijzondere persoonlijke omstandigheden.
Beide organisaties gaan daarnaast meer kijken naar wat de bedoeling van wetgeving is, in plaats van te hameren op een letterlijke naleving. Ook wordt gekeken waar meer bevoegdheden wenselijk zijn om in schrijnende gevallen af te wijken van de regels.