De Tweede Kamer debatteert over de excuses van de Nederlandse regering voor het slavernijverleden. Premier Mark Rutte bood die half december aan. Hoewel veel mensen in en buiten Nederland daar blij mee waren, klonk er ook kritiek. Bijvoorbeeld op de volgens critici overhaaste en tactloze manier waarop de excuses tot stand gekomen waren. Anderen vonden excuses überhaupt niet nodig.
Rutte bood op 19 december excuses aan vanuit Den Haag, terwijl zeven andere bewindspersonen in het Caribisch deel van het koninkrijk en Suriname waren om erover door te praten. In de weken daarvoor waren onrust en discussie ontstaan nadat al was uitgelekt dat er excuses aankwamen.
Activisten en overheidsfunctionarissen vroegen zich af waarom er ineens zo'n haast gemaakt moest worden met de excuses en waarom het kabinet daar vooraf niet over had overlegd. Daarnaast viel verkeerd dat minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) namens de regering naar Suriname reisde om de excuses te bespreken, terwijl hij zelf een nazaat is van tot slaaf gemaakten. De aanloop van de excuses zal ook onderwerp zijn van het debat, deze woensdag.
Een belangrijke aanleiding voor de excuses was een rapport getiteld 'Ketenen van het verleden' van het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden dat al in 2021 verscheen. Een van de aanbevelingen uit dat rapport was om de excuses vast te leggen in een wet. Of het kabinet dat ook van plan is, wilde Rutte vorige maand nog niet zeggen.
In het rapport werd ook ingegaan op de timing en de vorm van de excuses. Het zou volgens het college goed zijn als de koning dat zou doen op 1 juli 2023. Op die dag is het namelijk 160 jaar geleden dat de slavernij officieel door de Nederlandse regering werd afgeschaft en 150 jaar geleden dat de laatste slaven daadwerkelijk vrij werden.
Rutte bood zijn excuses afgelopen december al aan omdat heel dit jaar een herdenkingsjaar moet zijn. Wel is duidelijk dat koning Willem-Alexander op 1 juli aanwezig zal zijn bij de herdenking in Amsterdam. Of hij daar de excuses namens de regering zal herhalen, is nog altijd de vraag.
Namens het kabinet zijn premier Mark Rutte, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Hanke Bruins Slot en minister Robbert Dijkgraaf van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bij het Kamerdebat. Naast excuses heeft het kabinet ook een fonds van 200 miljoen aangekondigd voor bewustwording en betrokkenheid bij het slavernijverleden, en 27 miljoen voor een slavernijmuseum in Amsterdam.