Ook de Tweede Kamer wil in meerderheid dat de gaskraan in Groningen al dit najaar helemaal dichtgaat. Dat moet het uitgangspunten blijven, vinden ook de regeringspartijen VVD en CDA, hoewel zij wel van staatssecretaris Hans Vijlbrief (Mijnbouw) willen weten wat die doet om dan toch de leveringszekerheid te garanderen.
Gasunie adviseerde het kabinet eerder deze week om het Groningenveld nog op de waakvlam te houden. Dat betekent dat nog steeds een minimale hoeveelheid gas wordt opgepompt om de boorputten bedrijfsklaar te houden. In het geval van een extreem koude winter met te weinig buitenlandse aanvoer kan dan toch snel extra gas worden gewonnen.
Met name de linkse partijen willen de verzekering van Vijlbrief dat hij alles op alles zet om de gaskraan toch in oktober al definitief dicht te draaien. De gaswinning in Groningen veroorzaakt al jarenlang aardbevingen die tot veel schade en ontwrichting hebben geleid.
De oproep van Gasunie komt ook op een gevoelig moment. Over drie weken verschijnt het eindrapport van de parlementaire enquêtecommissie die onderzoek heeft gedaan naar de gaswinning. Naar verwachting zal daar scherpe kritiek in staan op de manier waarop de afgelopen decennia is omgesprongen met de belangen van Groningers.
Staatssecretaris Hans Vijlbrief (Mijnbouw) herhaalt in een Kamerdebat dat hij de waakvlam het liefst al in oktober uitdraait. Hij benadrukt ook dat hij nog tot juni de tijd heeft om daarover een besluit te nemen, en dat hij ook niet kan voorspellen hoe de gasmarkt er dan uitziet. "Geef mij nou gewoon de tijd", vraagt hij de Kamerleden.
"Die gaskraan gaat écht dicht", bezweert Vijlbrief. "In '23 of '24." De enige reden dat Gasunie twijfelt over definitieve sluiting dit jaar, is volgens de staatssecretaris de oorlog in Oekraïne, die de aanvoer van gas onzeker maakt. "Aan alle technische voorwaarden om Groningen te sluiten is voldaan."
Vijlbrief stoort zich aan oproepen om de gaswinning met het oog op de energiecrisis juist op te voeren. Hij noemt die "niet gepast en heel ernstig", en stelt vast "dat mensen die niet uit Groningen komen de neiging hebben de gevolgen hiervan te onderschatten". Hij wijst er ook op dat "niemand in de provincie gevraagd heeft om deze problemen".