De Kindertelefoon krijgt sinds de Russische inval in Oekraïne een stuk meer berichten en telefoontjes binnen dan normaal van kinderen die zich zorgen maken over de actualiteit. "Het maakt kinderen heel onrustig", laat een woordvoerster van de hulplijn weten. Kinderen vragen zich bijvoorbeeld af of de oorlog ook naar Nederland zal komen.
Vrijwilligers van de Kindertelefoon leggen dan bijvoorbeeld uit hoe ver weg Oekraïne ligt ("Het is twee dagen rijden en twee nachten slapen, dus het is niet direct naast de deur"). Ze geven duiding en vragen wat kinderen nodig hebben om zich fijner te voelen. "Als je dat doet, dan zie je dat kinderen zichzelf vaak heel goed kunnen helpen", aldus de woordvoerster.
Voordat het Russische leger het buurland aanviel, voerden de vrijwilligers gemiddeld slechts twee gesprekken per dag over het wereldnieuws. Nu zijn dat er circa 40 per dag. Op het totale aantal gesprekken gaat het ondanks de groei nog om een klein aandeel. De Kindertelefoon voert ongeveer 1200 telefoon- en chatgesprekken per dag met kinderen. Die gesprekken gaan over tal van onderwerpen, van verliefdheid tot verwaarlozing.
Ook bij de 'Alles Oké? Supportlijn', die is bedoeld voor jongvolwassenen tot 24 jaar, neemt het aantal gesprekken over de oorlog in Oekraïne toe. Een precies aantal was donderdag niet voorhanden. "Onder jongvolwassenen merken we vooral angst", aldus de woordvoerster. Los van de vraag of ook hier geweld zou kunnen losbarsten, gaat het in de gesprekken bijvoorbeeld over de vraag wat echt nieuws is en wat niet en over de mogelijkheden om zelf iets te doen voor Oekraïne.
"Ook hier kijken we samen waar de precieze behoefte ligt. Als er bijvoorbeeld sprake is van angst, gaan we op zoek naar waar deze angst vandaan komt", aldus de woordvoerster van de hulplijnen. "Wanneer je bang bent om geconfronteerd te worden met nare beelden, kijken we hoe je dat bespreekbaar kunt maken in je omgeving. Beelden helemaal vermijden kan waarschijnlijk niet, maar wel kun je kijken naar hoe je hier meer controle over krijgt."