Water moet als onderwerp hoog op internationale agenda‘s prijken, omdat er nu te weinig aandacht is voor waterproblematiek, zegt koning Willem-Alexander bij de opening van de VN-waterconferentie in New York. "Tot die tijd zullen wij niet rusten."
Nederland houdt samen met het Centraal-Aziatische land Tadzjikistan de conferentie. "De verschillen konden niet groter", aldus de koning. "Het ene land heeft reusachtige bergen, het andere lage polders. Het ene ligt stroomopwaarts, het andere stroomafwaarts. Het ene is waar de rivier begint, het andere waar de rivier eindigt."
Ook wat betreft mensenrechten zijn de verschillen groot. Die staan in Tadzjikistan zwaar onder druk. President Emomali Rahmon regeert al sinds 1992 en bestuurt zijn land met harde hand, en blijft aan de macht door oneerlijke verkiezingen. Mensenrechtenorganisaties zijn dan ook kritisch dat Tadzjikistan medeorganisator is van de conferentie.
Desondanks wil de koning samen met Tadzjikistan "het waterwiel laten draaien". Juist door de verschillen vertegenwoordigen beide landen "in feite de hele waterwereld". De landen willen vaststellen dat water "onze gemene deler is".
"We gaan een toekomst tegemoet waar we te veel of te weinig water hebben, of waar water te vervuild is", waarschuwt Willem-Alexander. In 2030 zal ongeveer de helft van de wereld kampen met "ernstige spanningen" omtrent water, aldus eerder VN-onderzoek. "Laten we niet vergeten dat dit al over zeven jaar is", zegt de koning. "We moeten water meer gaan waarderen, en het meer efficiënt en duurzaam gebruiken in iedere sector, zowel lokaal als wereldwijd."
De conferentie duurt tot en met vrijdag. De koning woont alleen de eerste dag bij. Vanuit Nederland zijn ook ministers Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) en Liesje Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) mee. In totaal zijn 193 landen vertegenwoordigd en doen er ongeveer 6600 deelnemers mee.