De eerste avonden van de rellen door jongeren in Den Haag en Utrecht waren "heftiger en omvangrijker dan we hadden gedacht". Dat zegt korpschef Henk van Essen in een interview met het AD. Hij reageert daarmee op een inspectierapport over de lokale handhaving door de politie dat dinsdag is verschenen.
De onderzoekers van de inspectie constateren dat de politie te weinig informatie heeft om problemen te voorzien en in te grijpen vóórdat het echt onveilig wordt. Van Essen beaamt in de krant dat ze niet altijd goed zicht hebben op wat zich gaat afspelen. "Sociale media maken het voor ons lastiger om een inschatting te maken. We hebben geen zicht op besloten appgroepen. Een van de dingen die wij willen, is mogelijkheden krijgen om die sociale media beter te kunnen monitoren, als het de openbare orde raakt. Maar we kunnen het niet alleen."
Volgens Van Essen heeft de politie dit jaar al vaak moeten opschalen vanwege rellen, demonstraties en brandstichtingen. Dat trekt een zware wissel op het personeel. "Het is wel heel intensief geworden. Er zijn veel demonstraties van veel verschillende groepen, die het overheidsbeleid niet accepteren. Met als dieptepunt dat Kamerleden zoals Pieter Omtzigt worden belaagd", aldus de politiebaas. "Ik vind ook dat wij vaker te maken krijgen met intimidatie, geweld en agressie."
Van Essen wil scherpere keuzes maken om de capaciteit te kunnen verdelen. Zo denkt hij er bijvoorbeeld aan om fietsendiefstal waarbij geen dader in beeld is, niet meer door de politie te laten afhandelen. "We willen geen politie zijn die zich terugtrekt uit de samenleving. Maar als het gaat om aangiftes die puur voor de verzekering worden gedaan, waar geen extra onderzoek plaatsvindt omdat een daderindicatie ontbreekt... als het gaat om een fietsendiefstal is daar een terechte vraag bij te stellen", zegt de korpschef.