Het Nederlands-Britse levensmiddelen- en schoonmaakmiddelenconcern Unilever wil in 2030 geen fossiele brandstoffen meer gebruiken voor de productie van schoonmaakmiddelen. Het bedrijf meldt woensdag dat het 1 miljard euro investeert om de uitstoot van broeikasgassen in het productieproces te verminderen.
Het concern, dat onder meer de merken Omo, Cif, Glorix, Sun en Andy maakt, heeft aangekondigd om petrochemische stoffen te willen vervangen met plantaardige stoffen en stoffen die gemaakt zijn van algen en gerecycled materiaal.
Chemische stoffen die worden gebruikt in de schoonmaak- en wasmiddelen zijn goed voor 46 procent van de uitstoot van broeikasgassen van de huishoudelijkeverzorgingsdivisie van Unilever. Die uitstoot wordt met een vijfde deel teruggebracht. De totale voetafdruk van Unilever bedraagt 100 miljoen ton kooldioxide wereldwijd.
Vanwege de coronapandemie heeft het concern te maken met een ongekende vraag naar schoonmaakproducten. "Mensen willen meer betaalbare, duurzame producten die net zo goed zijn als de conventionele", aldus Peter ter Kulve, hoofd van de huishoudelijkeverzorgingsdivisie. "We moeten stoppen met het oppompen van koolstoffen uit de grond als er genoeg boven de grond is en we kunnen leren hoe we dat op grote schaal kunnen benutten."
De investering van 1 miljard euro wordt gebruikt om biotechnologisch onderzoek te financieren en te onderzoeken hoe koolstofdioxide kan worden benut. Ook worden biologisch afbreekbare producten en formules die weinig water kosten ontwikkeld.