Streamingplatforms als Netflix moeten verplicht een flink deel van het geld dat ze hier verdienen uitgeven aan onafhankelijke Nederlandse producenten, vinden de linkse oppositiepartijen GroenLinks, PvdA en SP. De VVD wil ook dat er meer Nederlandse producties worden gemaakt, maar vindt het prima als bedrijven als Netflix dat zelf doen. Dat zeggen Kamerleden tijdens een debat over mediabeleid met de verantwoordelijk staatssecretaris Gunay Uslu.
De bewindsvrouw stelt voor om de Mediawet te veranderen om streamingbedrijven te verplichten geld uit te geven aan Nederlandse producties. Ze wil dat 4,5 procent van hun jaaromzet hieraan wordt besteed. Het kabinet geeft jaarlijks al 150 miljoen euro uit aan Nederlandse films, series en documentaires en wil er op deze manier voor zorgen dat bedrijven zelf ook een bijdrage leveren. Het voorstel levert naar schatting 40 miljoen euro extra op per jaar.
GroenLinks en PvdA willen dat dit bedrag grotendeels bij onafhankelijke Nederlandse producenten belandt. Mohammed Mohandis (PvdA) overweegt zelfs tegen het wetsvoorstel te stemmen als hierin niet wordt opgenomen dat een vast percentage bij Nederlandse producenten belandt. "Dan stelt deze wet niets voor." SP vindt het ook een goed idee om dit te regelen en D66 staat er open voor. Uslu wil ook dat een vast percentage naar onafhankelijke producenten gaat. Dit wilde de staatssecretaris aanvankelijk niet wettelijk vastleggen, maar ze staat positief tegenover het voorstel om dat toch te doen.
"Dit begint erg te lijken op een verkapte subsidiemaatregel voor de sector", bekritiseert Pim van Strien van de VVD. Hij vindt het oneerlijk als streamingbedrijven niet zelf mogen bepalen hoe ze geld steken in Nederlandse producties. De staatssecretaris trekt volgens hem "een bepaald soort content voor een bepaalde groep makers" voor als een vast percentage naar onafhankelijke producenten gaat.
Uslu spreekt ook van een Nederlandse productie als er bijvoorbeeld een Engelstalige verfilming wordt gemaakt van het dagboek van Anne Frank. Want de basis is een Nederlands boek en het gaat over de geschiedenis van het land. Martin Bosma (PVV) en Lucille Werner (CDA) eisen dat het geld alleen naar producties gaat waarin Nederlands of Fries wordt gesproken.
Werner wil bovendien dat het geld niet alleen naar films, series en documentaires gaat, maar ook naar andere genres. Ze denkt aan comedy, reality-tv, nieuws en actualiteiten. Uslu ziet dat niet zitten. Zij denkt dat zulke programma's toch wel worden gemaakt zonder financiële stimulans.