Veel vrouwen voelen niet zo de noodzaak om economische zelfstandig te zijn in een relatie. En ook hun partners vinden het meestal niet nodig dat hun vrouw genoeg verdient om van te leven. In de meeste relaties is de man kostwinner en wordt van de vrouw hooguit een bijdrage verwacht.
Dat concludeert het Sociaal en Cultureel Planbureau in een onderzoek naar de vraag welke betekenis vrouwen en mannen hechten aan betaald werk en een eigen inkomen voor vrouwen. Het SCP voerde hiervoor veertig gesprekken met mannen en vrouwen die samen een paar vormen en jonge kinderen hebben.
Vrouwen en mannen die met betaald werk minimaal 70 procent van het minimumloon verdienen, worden als economisch zelfstandig beschouwd. In 2017 kwam dat concreet neer op 950 euro netto per maand, een bedrag dat lager ligt dan de armoedegrens van een alleenwonende.
,,De lat ligt dus niet hoog”, zegt het SCP. Toch komen vier op de tien vrouwen jonger dan 65 jaar daar niet overheen. Vrouwen zijn weliswaar massaal gaan werken, maar de meesten in deeltijd, twee à drie dagen per week. Een kleine deeltijdbaan levert vaak te weinig geld op om zelfstandig van te kunnen leven.
Voor sommige vrouwen is het risico op een scheiding een belangrijke reden om vast te houden aan een toereikend eigen inkomen. Maar de meeste vrouwen vertrouwen erop dat, als de nood aan de man komt, zij meer kunnen gaan werken en dan het hoofd boven water houden.
De overgrote meerderheid van de Nederlanders vindt dat het in een goede relatie niet uitmaakt wie het meeste verdient en wie minder werkt. Dat dat meestal de vrouw, is in lijn met opvattingen over taakverdeling en de zorg voor kinderen, zo bleek eerder al uit de Emancipatiemonitor van het SCP en CBS.