De inkomsten in de landbouw zijn het afgelopen jaar aanzienlijk gedaald. De extreme droogte in de zomer was een grote boosdoener. Daarnaast kampten varkensboeren en melkveehouders met lagere prijzen.
Gemiddeld ging het inkomen van boerenbedrijven met 11 procent omlaag ten opzichte van vorig jaar, zo blijkt uit een eerste raming van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en Wageningen University. Boeren behaalden niet alleen minder inkomen dan in het topjaar 2017, maar zagen hun inkomsten ook dalen tot onder het gemiddelde van de afgelopen jaren.
De droogte en hitte van de zomermaanden deden zich over een breed front voelen. Akkerbouwers oogstten veel minder uien, mais en aardappelen. De teelt van kasgroenten was niet alleen getalsmatig minder, maar ook qua kwaliteit. Door de ontstane tekorten stegen de prijzen van plantaardige producten wel iets, wat de kleinere oogsten iets compenseerde.
Dit was niet het geval bij veehouders. Zij hadden door de droogte te maken met hogere kosten, onder meer voor veevoer, terwijl de prijzen voor bijvoorbeeld varkensvlees 12 procent daalden. Melkveehouders hadden naast lagere prijzen ook te maken met nieuwe mestregels, waarvoor ze hun veestapel verkleinden.
De druk op de landbouw is niet alleen het gevolg van de uitschieters van het weer dit jaar. Sinds 1995 zijn de inkomsten 5 procent gedaald, terwijl boeren hun productie in dezelfde periode met een kwart opschroefden. Dat komt doordat er wereldwijd veel meer aanbod van landbouwproducten is en de prijzen dalen.