Minister Hanke Bruins Slot (Binnenlandse Zaken) wil niet oordelen over de kritiek van een oud-privacyfunctionaris van de politie dat bij de overheid "een cultuur van achterhouden" heerst. Wel benadrukt ze dat transparantie "een essentieel onderdeel van de democratische rechtsstaat" is, en de overheid zich ook aan de wet moet houden.
Bruins Slot reageert in een brief aan de Kamer op een interview met Ben van Hoek in NRC. Hij stelde onder andere bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de gemeente Rotterdam en de gemeente Den Haag te maken gekregen te hebben met ambtenaren die stukken uit de openbaarheid probeerden te houden, terwijl ze die eigenlijk zouden moeten opleveren.
Op de voorbeelden die Van Hoek noemt, gaat Bruins Slot in haar brief niet in. "Het is immers niet aan mij om uitspraken te doen over een concreet geval dat zich afspeelt bij een ander bestuursorgaan." Wel zegt de minister het belangrijk te vinden dat er controle uitgevoerd kan worden op de besluiten die de overheid neemt. Ze noemt de Wet open overheid (Woo, de opvolger van de Wet openbaarheid van bestuur, beter bekend als de Wob) daarbij "essentieel".
In haar brief plaatst de minister wel nog een kanttekening bij de Woo. De hoeveelheid werk die zo'n verzoek oplevert "mag, mede als gevolg van het feit dat de informatiehuishouding bij veel organisaties niet op orde is, niet onderschat worden". Maar dat mag volgens haar "geen reden zijn om een Woo-verzoek niet binnen de kaders van de wet af te handelen".