Minister Carola Schouten heeft in een speech tijdens Keti Koti ervoor gepleit een "blijvend gesprek" te voeren over het Nederlandse slavernijverleden. Schouten zei dat in de Nieuwe Kerk in Middelburg, waar ze aanwezig is bij een herdenking van het slavernijverleden en de viering van de afschaffing daarvan, precies 150 jaar geleden.
Premier Mark Rutte bood eind vorig jaar excuses aan voor het handelen van de Nederlandse staat in het verleden. Heel wat provincies, steden en banken hebben dat inmiddels ook gedaan. In de Nieuwe Kerk in Middelburg spreken de burgemeester van die stad en de commissaris van de Koning in Zeeland hun al aangekondigde excuses uit.
"Die excuses bieden ruimte voor herstel", aldus Schouten. De vicepremier benadrukte dat kennis van het verleden, bewustwording en erkenning bijdragen aan "herstel en aan een samenleving waarin iedereen zich gezien en gehoord voelt. Vandaag staat in het teken daarvan. Het markeert een nieuwe stap in een misschien ongemakkelijke, confronterende en soms ook kwetsbare zoektocht naar hoe dit deel van het verleden een duurzame plek in ons collectief geheugen kan vinden."
Volgens Schouten is het in die zoektocht van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat de gesprekken die over dit thema op gang zijn gekomen gevoerd blijven worden. "Het proces van bewustwording is al langer aan de gang, maar zal ook zeker nog een tijd duren. Misschien wel een aantal generaties", aldus Schouten. "Daarom steunt het kabinet, naast steden, gemeenten en provincies, initiatieven die hier structureel aandacht aan willen geven."
De ChristenUnie-politica noemde het Nederlandse slavernijverleden "een levend verleden. Het werkt door in het heden." Schouten gaf als voorbeelden discriminatie in het onderwijs ("steevast een lager advies krijgen op school") en op de arbeidsmarkt ("niet aangenomen worden voor de baan waar je wel goede papieren voor hebt"). "De overheid, maar wij ook allemaal, moet racisme en discriminatie blijven bestrijden. In woord en in daad."