Ondanks druk van de Tweede Kamer, houdt minister Ferd Grapperhaus van Justitie voet bij stuk. Hij geeft geen onmiddellijke coulance aan ouderen die wachten op de verlenging van hun rijbewijs.
De Kamer had Grapperhaus gesommeerd naar het debat over de aanhoudende problemen bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) te komen. Kamerleden vragen de minister verlopen rijbewijzen te gedogen voor getroffen ouderen, maar daar wil de bewindsman niet aan.
"Ik moet hier poortwachter spelen", zegt Grapperhaus, ondanks het feit dat hij sympathie heeft voor de oproep van de Kamer. De maatregel waardoor de rijbewijzen van 75-plussers die wachten op het CBR automatisch met een jaar worden verlengd, moet namelijk nog langs beide Kamers en de Raad van State. De bewindsman zegt tijdens dat proces niet de vlucht naar voren te kunnen nemen door een gedoogbeleid te voeren.
"Dat schept dan ook een precedent. Dat kan ik als minister van Justitie en Veiligheid niet doen", zegt Grapperhaus. Daarom moeten gedupeerden gewoon wachten tot de officiële invoering van de coulanceregeling.
Daarnaast ziet de bewindsman ook beren op de weg als het gaat om handhaafbaarheid. "Een agent moet weten of een bestuurder wel in aanmerking komt voor de regeling." Daarvoor moet de administratie op orde zijn.
Ook collega-minister Cora van Nieuwenhuizen benadrukt dat het aanpassen van de systemen tijd kost. Toch zegt ze wel alles op alles te zetten om de maatregel eerder in te voeren, iets waar de Kamer al langer op aandringt. De partijen vinden de oorspronkelijke datum van 1 december veel te laat.
Half oktober hoort de minister van Infrastructuur meer over de ICT-systemen bij het CBR. Dan weet ze waarschijnlijk of het toch mogelijk is de regeling eerder in te voeren. Van Nieuwenhuizen hoopt voorzichtig op invoering op 1 november, maar "elke dag eerder is er één".