Elektrisch rijden komt nog niet echt van de grond in de Europese Unie en daardoor komt de ambitie om CO2-uitstoot van auto’s te verminderen in gevaar. Dat blijkt uit een nieuw rapport van ACEA, de Europese brancheorganisatie van autoproducenten. Nederland is een positieve uitzondering.
De EU wil de CO2-uitstoot van auto’s in 2030 met 37,5 procent verminderen ten opzichte van 2021. Elektrisch rijden wordt populairder, maar volgens de onderzoekers niet snel genoeg om dit doel te halen. In 2018 was 2 procent van de nieuw verkochte auto’s volledig of deels elektrisch.
De verkoop van elektrische auto’s blijft onder meer achter door een gebrek aan laadpalen. In 2018 waren er 144.000 laadpunten voor elektrische auto’s in de EU. Volgens een schatting van de Europese Commissie zijn er zeker 2,8 miljoen laadpunten nodig om het doel voor 2030 te halen.
Een kwart van deze laadpunten staat in Nederland, dat voorop loopt met elektrisch rijden. "Dat komt omdat we hier actief beleid hebben om elektrisch rijden en het neerzetten van een laadinfrastructuur te stimuleren," zegt hoogleraar Maarten Steinbuch van de Technische Universiteit Eindhoven in een reactie. "Daardoor heeft Tesla een fabriek geopend in Tilburg en hebben allerlei start-ups rond elektrisch rijden zich hier gevestigd."
Volgens ACEA is er meer van dit soort stimuleringsbeleid nodig. Ook moeten de prijzen van elektrische auto’s volgens de onderzoekers omlaag. Het zijn vooral de armere EU-landen waar elektrisch rijden nog niet aanslaat. Maar ook in Nederland zijn stekkerauto’s volgens Steinbuch nog te duur. "Ik verwacht een kantelpunt rond 2025, als volledig elektrische auto’s even duur zijn als benzinewagens."