De veertigjarige Nabila R. is door de rechtbank in Amsterdam veroordeeld voor het achterlaten van haar zoontje vorig jaar op Amsterdam Centraal Station. Ze kreeg een celstraf van 79 dagen, maar hoeft niet terug de gevangenis in. Ze zat al negentien dagen in voorarrest en de overige zestig dagen zijn voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.
Het vonnis komt overeen met de eis van het Openbaar Ministerie (OM). De rechtbank vindt het bewezen dat ze haar toen driejarige zoontje op het station heeft achtergelaten om zich van hem te ontdoen. Het jongetje kampte met meerdere gedragsproblemen. ,,Er had hem van alles kunnen overkomen'', zei de rechter. ,,Hij had in verkeerde handen terecht kunnen komen of hij had ernstig gewond kunnen raken, want hij rende rond op een busstation waar bussen af en aan rijden.''
Een buschauffeur merkte het kindje op en droeg hem over aan de politie. Die verspreidde daarop camerabeelden in de media, waarop de vrouw na een tip van iemand die haar herkende drie dagen later kon worden aangehouden.
De Marokkaanse R., die geen vaste woon- of verblijfplaats had in Nederland, verklaarde eerder dat het achterlaten van haar zoontje op 26 november voor haar een laatste redmiddel was om hulp te krijgen. De rechtbank hield rekening met haar persoonlijke omstandigheden. De vrouw is zwakbegaafd en analfabeet, maar kampte ook met depressieve gevoelens.
R. kwam eind december vrij en verblijft sindsdien bij het Leger des Heils. Ze ziet haar zoontje, dat onderdak heeft bij een pleeggezin, eens per week. Hij maakt het goed, praat inmiddels en gaat naar school. De verwachting is dat hij nog wel enige tijd bij zijn pleegouders blijft, omdat het er voorlopig niet naar uitziet dat R. zich staande kan houden in de Nederlandse samenleving. Ze zit in een procedure voor een verblijfsvergunning.