Voor zijn werk als software verkoper moest Corné Overbeeke veel reizen, zowel in Europa als in Amerika. Hij was op een gegeven moment klaar met het ongezonde eten. Hij wilde gezonder leven en zag bij saladebarretjes in New York ‘quinoa’ op de kaart staan. Hij kende het niet, maar vond het super lekker. Inmiddels verbouwt hij het zelf, samen met zijn vader Louw, en verkoopt hij zowel aan de horeca als aan consumenten hun volkoren quinoa. Uit de Flevopolder. De Flevopolder? Jawel, quinoa van Nederlandse bodem.
Na zijn eerste ontmoeting met quinoa in 2014 is Corné zich gaan inlezen over deze voedzame graansoort afkomstig uit Peru en Bolivia. “Veel arme mensen eten het daar, totdat het werd ontdekt door de westerse wereld. Door de export heeft de lokale bevolking niet meer het geld om quinoa te eten, het is te duur geworden. Dat vind ik jammer, want het is goed voor ze. Hierdoor ontstaat er meer obesitas, omdat ze ongezonder gaan eten. Dat zie je vaak in arme landen. Daarnaast moet die quinoa enorm veel kilometers afleggen voordat het hier is. Al die containerschepen zijn heel vervuilend. Dit gaat tegen mijn natuur in. Ik vind dat je zoveel mogelijk lokaal moet produceren waar vraag naar is.”
"Quinoa is een lastige teelt"
Dit waren de twee belangrijkste redenen, naast het feit dat Corné zelf quinoa super lekker en gezond vindt, om samen met zijn vader in 2015 quinoa te gaan verbouwen. “Ik ben opgegroeid op een boerderij. Ik werkte veel op kantoor en was veel onderweg. Op een gegeven moment ga je toch denken: wat wil ik nou? Ik vind het wel leuk wat ik doe, maar ik zou meer buiten willen zijn. Als hobby en experiment leek het mij leuk om quinoa te gaan telen met mijn vader. Dan zou ik namelijk meer buiten zijn én met een fysiek product bezig zijn. Quinoa telen is een hele leuke afwisseling van het verkopen van software en Visual Effects. Mijn vader teelt al vijftig jaar verschillende graansoorten en aardappelen. Toen ik hem voorstelde om quinoa te gaan telen, zag hij dat als een uitdaging. We zijn een aantal quinoa rassen gaan proberen, waarvan heel veel is mislukt. Dat komt mede door ons klimaat. Het moet hier heel lang groeien, bijna vijf maanden. Als we in maart zaaien, kunnen we in september oogsten. Maar dan is het heel nat in Nederland. Quinoa is dus wel een lastige teelt.”
Na veel proberen en een aantal mislukte oogsten, hebben ze een variant gevonden, die saponine vrij is. “Dit is een volkoren quinoa soort die van tevoren niet gereinigd hoeft te worden. Hierdoor gaan er geen voedingsvezels verloren. Quinoa bevat veel eiwitten en is goed voor mensen die veel sporten of vegetarisch eten. Daarnaast krijg je er een vol gevoel van. Ik sport veel en vind het fijn om het te eten, omdat ik niet na een uur alweer honger heb.” Na vijf jaar is de vraag naar quinoa nog steeds groot. “Het blijft
populair. Ik zie dat steeds meer mensen gevarieerd willen eten.”
Waarom sta je in de ochtend op?
“
Quinoa Holland maakt wel een groot onderdeel uit van mijn passie. Ik heb het gevoel dat ik met iets goeds bezig ben. Ik vind duurzaamheid belangrijk en met wat we nu aan het doen zijn, leveren we een bijdrage. We proberen gezond eten voor veel mensen beschikbaar te maken. De supermarktprijzen voor quinoa zijn hoog. Onze prijs ligt veel lager. We doen echt alles zelf, met z’n tweetjes, waardoor we een scherpe prijs kunnen bieden. Lokaal gezond eten voor zoveel mogelijk mensen, daar sta ik voor op.”
Wat houd je momenteel bezig?
“Wat iedereen denk ik bezighoudt, met de corona, en de hoop dat het snel beter wordt. Dat geldt voor iedereen, voor ons, maar ook voor onze klanten, zoals de horeca. Die hebben het zwaar, doordat ze niet open mogen. Die verhalen horen wij van dichtbij. Dat is voor ons ook nadelig, maar gelukkig valt het nog mee. Je kan quinoa lang bewaren. Voor tomatentelers is dat anders. En ons nieuwe huis houdt me bezig, in Almere. Daar is een gebied waar je zelf huizen mag bouwen die energieneutraal zijn. Dichter bij de natuur en meer groen, daar heb ik behoefte aan. En nu heb ik iets om naar uit te kijken.”
Hoe zorg je goed voor jezelf als eigen ondernemer?
“Door goed op mezelf te letten, veel te sporten en door gezond te eten. Ik deed veel aan kickboksen, nu doe ik online trainingen en loop ik veel hard. En veel naar buiten, de natuur in.”
Wat deed je als kind graag?
“Buiten zijn op de boerderij, veel spelen en voetballen.”
Wat is je vaste ochtendritueel?
“Ik eet bijna elke ochtend quinoa met havermout, kaneel, rozijnen en walnoten. Dat is mijn standaard ontbijt, met uiteraard koffie. Ik ben wel een ochtendmens, rond zes uur sta ik op en dan ben ik vanaf kwart voor zeven aan het werk.”
Welke wijze les heb je recent geleerd?
“Dat je niet in paniek moet raken en vooral rustig moet blijven. Dat is soms best moeilijk, want toen deze crisis begon, dacht ik eerst wel: wow, wat gebeurt hier, alles stort in elkaar. Maar vervolgens zie je dat consumenten veel meer op zoek zijn naar lokaal eten en dat ze bij ons bestellen om ons te steunen. Ik heb geleerd dat je flexibel moet zijn en je, in ons geval, niet op één doelgroep moet richten, maar op zowel horeca als consumenten. Niet op één paard wedden, dat heb ik extra geleerd van deze crisis.”
Wat kunnen wij van jou leren?
“Als je iets wilt, gewoon proberen en doorgaan. Als je mij zes jaar geleden had gevraagd om quinoa te gaan verbouwen in Nederland, had ik gezegd: nee joh, dat groeit hier niet. Maar waarom niet gewoon proberen? Je moet je nooit laten tegenhouden door de huidige stand van zaken.”
Wat waardeer je aan jezelf?
“Daad bij het woord voegen. Je kan wel zeggen dat je duurzaam bezig wilt zijn, maar hoe voer je dit dan uit? Het gaat erom dat je probeert iets te veranderen.”
Stel, je mag een mentor uitkiezen. Wie zou dat zijn en waarom?
“Ik vind Jaap Korteweg inspirerend, van de Vegetarische Slager. Hij heeft ook op een boerderij gewoond. Hoe hij dat heeft opgezet en ervoor gezorgd heeft dat mensen meer vegetarisch zijn gaan eten, hij heeft echt impact. Die impact nu alleen maar groter sinds hij het aan Unilever heeft verkocht. Hij was zelf ook een vleeshebber en heeft die textuur zo nagemaakt, dat je vlees niet meer mist. Hij probeert nu melk te maken in een fabriek. Ik eet zijn producten ook, zeker nu mijn vriendin sinds anderhalve maand vegetarisch eet. Dan moet je wel, maar ik vind het ook wel lekker. Ik eet nooit meer echte kip en dat komt wel door hem.”
Vanavond is je laatste avondmaal. Wat zou je willen eten, met wie en waar ga je het over hebben?
“Met mijn vriendin Fleur en mijn en haar familie. Dan zou ik een vegetarische burger eten met gekruide aardappelen uit de oven, mijn vriendin kan dat goed klaarmaken. Ik zou praten over het leven dat we gehad hebben, maar uiteraard ook over de toekomst.”