De Oekraïense buitenlandminister Dmitro Koeleba en minister Kajsa Ollongren van Defensie hebben besproken hoe de Oekraïense krijgsmacht straks opnieuw opgebouwd moet worden. "Ze zullen straks met voor hun nieuwe systemen gaan werken omdat ze vooral Russisch materieel hadden. Dat zal worden vervangen door Amerikaans en Europees materieel", zei Ollongren na afloop van de ontmoeting.
Oekraïne wil het onderwerp nu al bespreken, omdat het land nu allerlei wapentuig krijgt uit Europese landen en de Verenigde Staten. Het land wil daarom "doordenken wat hiervan de gevolgen zullen zijn", aldus de minister. "Bijvoorbeeld de pantserhouwitsers, waar ook training bij hoort. Die moet je pas willen hebben als je ze goed kunt gebruiken en inzetten." Toen Nederland en Duitsland besloten de artillerie die kant op te sturen, waren ook afspraken gemaakt over die training.
Koeleba heeft Nederland gevraagd om meer materieel te sturen, waaronder zwaar wapentuig. Qua pantserhouwitsers zou het land vooralsnog tevreden zijn met de steun vanuit Nederland, Dat is volgens Ollongren "eigenlijk afgekaart". Wel is nog gesproken over andere thema's, zoals de mogelijkheden om logistieke hulp te bieden bij het legen van de graansilo's in Oekraïne. De oogst van het vorige seizoen moet weggewerkt worden om de graan van dit seizoen kwijt te kunnen.
De Oekraïense minister was twee dagen in Nederland. Hij had ook afspraken met zijn ambtgenoot Wopke Hoekstra, ministers Sigrid Kaag, Micky Adriaansens en Rob Jetten, premier Mark Rutte, de buitenlandcommissie van de Tweede Kamer en koning Willem-Alexander. Het was aanvankelijk de bedoeling dat hij na afloop zelf de pers nog even te woord zou staan, maar zijn medewerkers lieten weten dat daar geen tijd meer voor was omdat hij zijn vliegtuig moest halen.