Veteranen die noodopvang zoeken, komen te veel obstakels tegen. Dat schrijft de Veteranenombudsman woensdag in een rapport. "Door de manier waarop de noodopvang nu is geregeld, voelen veteranen zich in de steek gelaten", aldus de ombudsman.
De overheid heeft een bijzondere zorgplicht voor veteranen, geeft de ombudsman aan. Veteranen kunnen door hun uitzending lichamelijke of psychische klachten krijgen, waardoor ze soms niet meer in hun eigen huis kunnen blijven en dringend tijdelijk een andere plek nodig hebben. Wie dat niet lukt, kan een beroep doen op Defensie of het Nederlands Veteraneninstituut.
Volgens Veteranenombudsman Reinier van Zutphen is onder meer onduidelijk welke instantie de regie heeft bij noodopvang en weten zowel veteranen als hun familie en hulpverleners vaak niet waar zij terechtkunnen. Instanties verwijzen over en weer naar elkaar. Gevolg is dat veteranen soms noodgedwongen zijn aangewezen op de daklozenopvang, aldus de ombudsman.
Het Veteranenloket neemt daarnaast alleen hulpverzoeken aan van veteranen zelf of hun partners. "Terwijl vaak ook anderen in hun directe omgeving, zoals familie, buren, dienstmaten of vrienden, heel goed kunnen inschatten of een veteraan hulp nodig heeft", oordeelt Van Zutphen. Ook zijn onder meer de wachttijden lang, zijn er te weinig opvangmogelijkheden met een langere duur dan twee weken en wordt er verschil gemaakt tussen veteranen met en zonder een erkende dienstverbandaandoening.
In het najaar bekijkt de ombudsman hoe de minister zijn aanbevelingen heeft uitgevoerd.