Zes op de tien mensen vinden niet dat Keti Koti een nationale feestdag moet worden. Ook hoeft er geen landelijk excuus te komen voor het slavernijverleden van Nederland. Deelnemers met een Surinaamse of Antilliaanse achtergrond zijn daar wel voor. Dat is de uitkomst van een onderzoek van het televisieprogramma EenVandaag onder bijna 31.000 mensen.
Donderdag wordt het einde van de slavernij herdacht met het feest Keti Koti (gebroken ketenen). Een meerderheid (59 procent) vindt niet dat dit een officiële feestdag moet worden. Volgens hen is het voldoende als de mensen die er behoefte aan hebben dit in eigen kring vieren.
Een aantal steden overweegt dit jaar excuses voor het slavernijverleden te maken, maar sommige partijen en organisaties willen dat dat ook landelijk gebeurt. Volgens de meeste ondervraagden uit het onderzoek (66 procent) zijn excuses voor het slavernijverleden niet nodig. Zij vinden dat de generatie van nu niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor wat er in het verleden gebeurd is.
Aan het onderzoek deden 30.991 mensen mee, aldus EenVandaag. Onder de deelnemers zijn 620 mensen met een Surinaamse of Antilliaanse migratieachtergrond.