Ongeveer 85 procent van het personeel in het primair onderwijs is tevreden met zijn baan. De onderwijzers zijn vooral te spreken over de inhoud van het werk, de werkzekerheid en het type arbeidscontract. Dit komt naar voren in de Arbeidsmarktanalyse primair onderwijs 2021 die donderdag gepubliceerd is.
Minder tevreden zijn ze over de hoogte van het salaris, de mogelijkheden om thuis te werken en het zelf bepalen van de werktijden. Ook blijft de werkdruk een "punt van aandacht, ondanks alle ingezette acties". Een meerderheid van 61 procent geeft aan vaak tot altijd veel werk te moeten doen. Daarnaast vindt een deel van de onderwijzers het werk emotioneel zeer belastend.
In de analyse is gebruik gemaakt van openbare bronnen, zoals de kennisbank openbaar bestuur van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en een enquête uitgevoerd door kennisinstituut TNO en het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Uit de analyse komt verder onder meer naar voren dat relatief veel leraren vertrekken uit de vijf grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Almere (de G5). Vertrokken er in het leerjaar 2015/2016 57 leraren meer uit de G5 dan dat er binnenkwamen, in de periode 2018/2019 waren dat er 333.