De danswereld is te versnipperd om er voldoende toezicht op te houden en daarom moet er hoognodig structuur in worden aangebracht. "Als iedereen verantwoordelijk is, is uiteindelijk helemaal niemand verantwoordelijk", lichtten onderzoekers Marjan Olfers en Anton van Wijk toe in een persconferentie over het onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag in de danssector dat zij maandag hebben gepubliceerd.
"Er zijn dansverenigingen, tv-programma's, musicals, vakbonden, dansscholen", somt Olfers op, die benadrukt dat het label 'podiumkunsten' dat dans krijgt in haar ogen veel te generiek is. "Dansers verdienen een zelfstandige plek. Het helpt als je als danser een soort gezicht naar buiten hebt dat het voor je kan opnemen."
Uit het rapport van onderzoeksbureau Verinorm, waar Olfers en Van Wijk aan hebben meegewerkt, blijkt dat zo'n vier op de tien dansers het afgelopen jaar te maken hebben gehad met grensoverschrijdend gedrag. Veel van hen hebben dat niet gemeld, onder meer vanwege een heersende zwijgcultuur en omdat veel dansers niet weten waar ze terecht kunnen.
Olfers en Van Wijk pleiten daarom voor een overkoepelend orgaan dat de volledige sector overziet. "Vergelijk het met de vechtsport", zeggen ze. "Die sector is ook een wirwar: iedereen op de hoek kan een vechtsportschool beginnen. Maar er is wel een landelijke vechtsportautoriteit die zulke scholen controleert."
Als een vechtsportschool niet aan de kwaliteitseisen voldoet, krijgt deze geen keurmerk en mag niet openblijven, aldus de onderzoekers van Verinorm. "Zoek en vervang vechtsportscholen door dansscholen", oppert Olfers. "Nu zijn er verschillende dansbonden die elkaar ook nog eens beconcurreren."