Nederland gaat samen met Oostenrijk in totaal negen nieuwe transportvliegtuigen kopen. Defensie was al van plan om de vier verouderde C-130 Hercules vliegtuigen te vervangen. Wenen sloot zich onlangs bij het project aan. Door de samenwerking komen de nieuwe toestellen iets later. Maar nu kan fabrikant Embraer wel leveren voor een lagere prijs, schrijft demissionair defensiestaatssecretaris Christophe van der Maat in een Kamerbrief.
Defensie wil de nieuwe transportvliegtuigen enkele jaren sneller hebben, omdat het eind van de levensduur nadert en de multifunctionele toestellen door de brandhaarden in de wereld vaak worden ingezet. Aanvankelijk zouden de nieuwe vliegtuigen tussen 2031 en 2033 worden geleverd, maar eerder was al besloten dat te vervroegen naar 2026. Dat jaar wordt niet gehaald omdat de onderhandelingen iets langer duurden, meldt Van der Maat nu.
Het eerste vliegtuig komt nu naar verwachting eind 2027. Tot eind 2029 komen er in totaal vijf nieuwe toestellen. Defensie heeft er een meer nodig dan ze nu bezit, omdat naar verwachting meer zal worden gevlogen met de nieuwe zogeheten C-390 vliegtuigen.
De kosten van het project komen volgens Van der Maat uit op 1,7 miljard euro. Dat is binnen de bandbreedte die al eerder aan de Kamer was gemeld.
Defensie is blij met de deelname van Oostenrijk, dat vier toestellen koopt. Het is naast een lagere prijs ook gunstig omdat landen hetzelfde materieel gebruiken. Landen kunnen dan beter samenwerken en ervaringen en onderdelen uitwisselen.
Brazilië, Portugal en Hongarije gebruiken de C-390 al. Naast Nederland en Hongarije heeft nu ook Zuid-Korea het toestel gekocht. Enkele andere Europese landen hebben ook belangstelling.