De kwaliteit van leven is over het algemeen het hoogst in gemeenten die in de buurt van de grote steden liggen. Daar genieten de inwoners van de ruimte en groen in hun eigen woonplaats en profiteren tegelijk van wat de stad te bieden heeft, zonder de negatieve aspecten te ervaren van het wonen in de stad, zoals criminaliteit of luchtvervuiling.
Tot die conclusie komt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een nieuw rapport, waarbij de zogenoemde brede welvaart in Nederlandse gemeenten in kaart is gebracht. Daarbij gaat het om een breed scala aan aspecten: van toegang tot voorzieningen tot veiligheid, inkomen en factoren die van invloed zijn op de gezondheid, zoals luchtkwaliteit.
De welvarendste gemeenten bevinden zich volgens het PBL bij de steden in de Randstad. Zo worden in het rapport onder andere Aalsmeer, Amstelveen en Zandvoort aangehaald. Maar ook gemeenten die in de buurt liggen van middelgrote steden buiten de Randstad scoren hoog. Inwoners van deze voorsteden hebben bijvoorbeeld door de nabijheid van de stad toegang tot banen, cultuur en recreatie.
Deze aspecten zijn minder aanwezig in de landelijke gebieden, waar dan ook sprake is van een lagere brede welvaart, aldus het PBL. En hoewel de mensen in de landelijke gebieden weliswaar minder waarde hechten aan de voordelen die steden te bieden hebben, "is het gebrek hieraan dusdanig groot dat de brede welvaart van de inwoners hier toch lager is".
En voor stedelingen geldt op hun beurt dat de natuur en ruimte die zij in omliggende gemeenten opzoeken niet opwegen tegen de nadelen van het wonen in de stad.
Projectleider en econoom Mark Thissen van het PBL concludeert dat niet elke gemeente op alle welvaartsaspecten goed hoeft te scoren. Maar de inwoners moeten dan wel in buurgemeenten daarvoor terechtkunnen. "Voor het oplossen van een probleem in één gemeente, zoals teruglopende werkgelegenheid, kan toenemende werkgelegenheid in de buurgemeente ook een oplossing bieden", geeft Thissen als voorbeeld.