Hoewel de opkomstcijfers voor de Provinciale Statenverkiezingen de afgelopen jaren relatief hoog zijn, gaan bepaalde bevolkingsgroepen nauwelijks naar de stembus. Om iedereen in beweging te krijgen om te gaan stemmen, moet de politiek zich harder inspannen. Daarvoor pleit Floris Vermeulen, politicoloog en universitair hoofddocent politieke wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. "Tussen groepen zie je een grote ongelijkheid. Dat vormt een grotere bedreiging voor de democratie dan een algehele lage opkomst."
De verkiezingen voor de Tweede Kamer trekken al jarenlang veruit de meeste mensen naar de stembus. Toch stijgt ook de populariteit voor de Provinciale Statenverkiezingen. De laatste editie, in 2019, lag het opkomstcijfer op 56,2 procent, het hoogste in dertig jaar. Vermeulen, die onderzoek deed naar stemgedrag, verklaart dit door het feit dat de verkiezing ook landelijke gevolgen heeft. "Dat geldt komende woensdag ook. Indirect heeft je stem voor de provincie invloed op de Eerste Kamer. Er staat voor kiezers dus meer op het spel", verklaart Vermeulen de relatieve populariteit. De zichtbaarheid van landelijke kopstukken als Caroline van der Plas en Jesse Klaver in de media helpt volgens hem ook. "Dat wakkert bij een deel van de mensen een interesse aan, waardoor het een slimme manier is om stemmen te trekken."
Maar, zo benadrukt Vermeulen, bepaalde groepen in Nederland voelen zich niet aangesproken door politici. Het gaat dan bijvoorbeeld om jongeren die praktisch opgeleid zijn of mensen met een migratieachtergrond. "Zij hebben het idee dat hun stem er niet toe doet omdat de politiek toch niet naar ze luistert. Dat speelt onder een groot deel van de bevolking." Het gevolg is dat je een ongelijke vertegenwoordiging krijgt", waarschuwt de politicoloog. "Daar is te weinig aandacht voor."
Om ook hen in beweging te krijgen, moeten politieke partijen allereerst het vertrouwen van deze kiezers zien terug te winnen. "De afgelopen jaren is er veel gebeurd. We hebben de toeslagenaffaire gehad, de aardbevingsproblematiek in Groningen. Mensen voelen zich in de steek gelaten", zegt Vermeulen. Daarnaast zou er meer ingezet moeten worden op lokale thema’s waar deze groepen warm voor lopen. "Spreek kiezers aan op onderwerpen waar ze zich zorgen over maken of passie voor voelen", geeft hij als voorbeeld.
Landelijke campagnes zoals die ook op dit moment te zien zijn, zijn volgens hem daarom weinig effectief. "Ze zijn niet inhoudelijk, terwijl je op die manier juist mensen bij de politiek kan betrekken", aldus Vermeulen. Als voorbeeld van een geslaagde campagne noemt de politicoloog die van de provincie Noord-Holland, waar wordt ingespeeld op regionale thema’s als infrastructuur en de opkomst van de wolf. "Het is heel concreet, dat spreekt mensen aan."
De komst van een nieuwe partij, zoals de BoerBurgerBeweging, heeft vermoedelijk geen invloed op de opkomst. "Het is heel moeilijk om mensen te bereiken die zijn afgehaakt", zegt de onderzoeker. "Een nieuwe partij verandert het gevoel niet gehoord te voelen niet. Maar als ze zien dat de partij iets voor elkaar krijgt, kan het op lange termijn wel degelijk een nieuwe groep mensen naar de stembus trekken."