PvdA en GroenLinks hebben geen goed woord over voor de starre houding van het kabinet om vast te houden aan de nareisbeperking voor gezinsleden van statushouders. Het kabinet zou op zijn minst de maatregel moeten opschorten tot de Raad van State er in hoger beroep een oordeel over heeft geveld, vindt PvdA-Kamerlid Kati Piri. GroenLinks-Kamerlid Suzanne Kröger heeft geen goed woord over voor de "politieke spelletjes van het kabinet." Ze zegt dat het kabinet met het hoger beroep juridisch aan het tijdrekken is, ten koste van kinderen.
Beide Kamerleden reageren hiermee op de uitspraak van de Raad van State. De voorzieningenrechter van de raad oordeelde donderdag dat staatssecretaris Eric van der Burg (Asielzaken) gezinsleden van erkende vluchtelingen (statushouders) naar Nederland moet laten komen. Het gaat concreet om twee Turkse statushouders die recent door twee verschillende rechtbanken in het gelijk waren gesteld. Hun gezinsleden moeten meteen toestemming krijgen om naar Nederland te komen.
Volgens Piri wist het kabinet "vanaf dag 1 dat de maatregel juridisch niet houdbaar is", twittert het Kamerlid. "Lelijke politiek" noemt ze dat. "Intussen blijven vluchtelingenkinderen gescheiden van hun ouders." "Vluchtelingen zijn de dupe van dit kabinetsbeleid", stelt haar GroenLinks-collega Kröger.
Het kabinet besloot eind augustus tot de nareisbeperking, als een van de maatregelen om de asielcrisis te bezweren. De maatregel was meteen omstreden en lag ook in de politiek uiterst gevoelig. Diverse Kamerleden twijfelden direct aan de juridische houdbaarheid ervan. Ook een beleidsambtenaar had de staatssecretaris daar vooraf voor gewaarschuwd.
Een deel van de Tweede Kamer - waaronder coalitiepartijen D66 en ChristenUnie - steunde begin september de motie van Kröger om de Raad van State om advies te vragen. Van der Burg en een Kamermeerderheid zagen dat niet zitten.