De Staat moet van de rechtbank beter beargumenteren waarom leerlingen op middelbare scholen geen mondkapjes hoeven te dragen tijdens de lessen in de klaslokalen. Dit heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank in Den Haag in een kort geding bepaald. De eisen van Stichting Protect Everybody zijn verder grotendeels afgewezen.
De Stichting Protect Everybody en een aantal ouders wilden met het kort geding veiliger onderwijs afdwingen en de verspreiding van het coronavirus indammen. Zij vinden dat de Staat ten onrechte ervan uitgaat dat kinderen onder de 18 jaar een kleine rol spelen in de verspreiding van het virus. Ze eisten daarom dat de Staat informatie hierover verwijdert en alle kinderen jonger dan 13 jaar ruim zou testen. Ook vorderden ze leerplichtambtenaren op te roepen de leerplicht voorlopig niet te handhaven.
Stichting Protect Everybody eiste daarnaast dat de Staat op middelbare scholen minstens een meter afstand in de klas zou regelen en anders mondneusmaskers daar regelt, overeenkomstig met de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Deze vordering is afgewezen op het punt van de afstandsregel. "De Staat heeft gedegen onderbouwd waarom hij op dit punt van de WHO-richtlijn is afgeweken", aldus de rechtbank.
Wel vraagt de rechter de Staat nadere informatie te geven over het dragen van een mondkapje op middelbare scholen. De WHO adviseert gebruik te maken van maskers buiten en binnen klaslokalen voor kinderen ouder dan 12 jaar. Nederland heeft deze richtlijn, in tegenstelling tot vrijwel alle Europese landen, niet overgenomen. "De nu aangedragen redenen van de Staat om de richtlijnen van de WHO op dit punt niet te volgen, overtuigen niet", schrijft de rechter in het vonnis. Na ontvangst van die informatie zal de rechter over het gebruik van mondkapjes in de klas oordelen.