De ruimte om maatregelen tegen verspreiding van het coronavirus verder te versoepelen, is bijna op. Dat zegt Jacco Wallinga van gezondheidsinstituut RIVM in een interview met de NOS. "Wat we tot nu hebben gezien en berekend, daarbij zeggen we nu: de ruimte is ongeveer op. De maatregelen zijn een voor een versoepeld, en de ruimte wordt gewoon steeds kleiner."
De afgelopen dagen klonk uit diverse sectoren de wens om de regels verder te versoepelen. Mensen vinden het steeds lastiger anderhalve meter afstand te houden, concludeerden het RIVM en de GGD na een gezamenlijke enquête.
Volgens Jaap van Dissel, hoofd infectieziektebestrijding van het RIVM, biedt het optimaliseren van het bronnen- en contactonderzoek nog ruimte. "Dat betekent dat mensen het moeten melden als er klachten zijn en het tweede is de snelheid", zegt hij tegen de omroep. "Daar zien we mogelijkheden om te verbeteren. Nu de getallen zo laag zijn, is dat minder kritisch. Maar dat zou in het najaar natuurlijk weer kritisch kunnen worden. Daar moet energie in gestoken worden."
Al biedt dat geen garantie, waarschuwt Wallinga. Zo was volgens hem in sommige Aziatische landen, waar het bronnen- en contactonderzoek heel goed gaat, te zien dat het virus toch met moeite in de hand is te houden. "Dus zelfs als het bronnen- en contactonderzoek supergoed gaat, is meer nodig om dit virus in bedwang te houden. Het lijkt me heel onwaarschijnlijk dat we ook hier de basismaatregelen kunnen loslaten."