De jeugdzorg dringt bij de Tweede Kamer aan op structurele financiële duidelijkheid voor de sector. Als die er niet komt, komen de noodzakelijke verbeteringen in de jeugdzorg niet van de grond. Een brief met die boodschap is door negentien jeugdzorgaanbieders, jeugdzorgverleners en cliëntenvertegenwoordigers naar de Kamer gestuurd. Die debatteert maandag over de jeugdzorg.
Kabinet, gemeenten, jeugdzorgaanbieders en hulpverleners vinden allemaal dat de kwaliteit van de jeugdzorg omhoog moet en de kosten omlaag. In mei 2021 is afgesproken om daar gezamenlijk concrete plannen voor te maken, die moeten uitmonden in een zogeheten hervormingsagenda. Die had er al begin dit jaar moeten liggen, maar is er nog steeds niet.
Ook heeft het kabinet nog steeds geen besluit genomen over structureel extra geld voor de jeugdzorg aan gemeenten. Dat was eveneens een harde afspraak uit mei 2021, brengen de negentien partijen in herinnering. Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdzorg.
Er is echter geen tijd te verliezen, benadrukken de partijen. Er zijn "acute maatregelen" nodig. Voorkomen moet worden dat "cruciale jeugdhulp om financiële redenen" in 2023 moet worden gesloten. De inhoudelijke gesprekken over die hervormingsagenda worden nu gefrustreerd door een "knellend financieel kader".
De negentien partijen roepen op de inhoud centraal te stellen en pas daarna te bekijken hoeveel geld nodig is. Als dat niet gebeurt, dreigen zij hun handen af te trekken van de plannen.
De jeugdzorg staat al jaren zwaar onder druk. Vanaf 2017 kwamen gemeenten jaarlijks zo'n 1,7 miljard euro tekort op het budget dat zij van het rijk krijgen voor de uitvoering van hun taak. Het kabinet weigerde dit gat te dichten. Dat leidde tot een slepend conflict tussen rijk en gemeenten. Een arbitragecommissie die het geschil moest beslechten, oordeelde in het voorjaar van 2021 dat het rijk tot zeker 2028 extra geld aan gemeenten moet geven.
Los van het financiële conflict uitten sinds 2019 onder meer de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), kinderrechters, jeugdbeschermers, zorgverleners en wetenschappers regelmatig hun zorgen over de slechte kwaliteit en beschikbaarheid van de jeugdzorg. Eind 2019 beloofden de toenmalige minister en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) met snelle en drastische maatregelen te komen. Die zijn nagenoeg uitgebleven.