De Staat is aansprakelijk voor gezondheidsschade die vier voormalige onderhoudsmonteurs van defensiematerieel hebben opgelopen door blootstelling aan de stof chroom-6. Het gerechtshof in Den Bosch heeft beslist dat de vier in een vervolgprocedure bij de rechtbank schadevergoedingen kunnen eisen. De hoogte daarvan moet nog worden vastgesteld.
De kwestie rond chroom-6 sleept al jaren voort. Defensie heeft eerder erkend dat het is tekortgeschoten in de zorgplicht voor oud-medewerkers. Er is een compensatieregeling ingesteld. Mensen die kunnen aantonen dat ze ziek zijn geworden door hun werk op de onderhoudslocaties, kunnen tot 40.000 euro claimen.
De vier zieke medewerkers die de rechtszaak hadden aangespannen, kregen aanmerkelijk lagere bedragen. Ze zeggen dat ze ernstig ziek zijn geworden en voelen zich tekortgedaan.
Hun advocaat Rob Bedaux had ook vorderingen ingediend namens een stichting die opkomt voor alle circa 2000 mensen die op de bewuste onderhoudslocaties werkten. Die vorderingen zijn afgewezen, omdat niet van alle betrokkenen vaststaat dat ze in dezelfde mate zijn blootgesteld aan de giftige stof. Mensen die ziek zijn geworden van hun werk en meer schadevergoeding eisen dan Defensie biedt, moeten individueel een rechtszaak aanspannen.
De medewerkers om wie de zaak draait, werkten tussen 1984 en 2006 op locaties waar onderhoud werd gepleegd aan Amerikaans oorlogstuig dat hier in NAVO-verband was gestationeerd. Chroom-6 kwam onder meer vrij bij het stralen van tanks.
Advocaat Bedaux noemt het arrest van het hof gunstig voor iedereen die op de zogeheten POMS-sites heeft gewerkt. Tijdens de behandeling van de zaak had hij betoogd dat de staat de medewerkers zelf had moeten informeren over de risico’s van chroom-6. Defensie kreeg daar al in de jaren 70 signalen over.