Het aantal verkeersdoden van mensen op de fiets blijft al jaren ongeveer gelijk, maar het aandeel dat 70 jaar of ouder is, neemt toe. Dat ziet het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) na het uitsplitsen van cijfers over fatale verkeersongelukken in 2021. Vorig jaar overleden 119 mensen door een fietsongeluk en ruim 57 procent van hen was 70-plusser. In 2010 was dat aandeel nog 49 procent.
Over de oorzaak van dit stijgende aandeel doet het CBS geen uitspraken. Gevraagd naar de invloed van het gebruik van de elektrische fiets op de aantallen, zegt een woordvoerder dat er net als in 2020 geen eenduidige indicaties zijn dat de snelle fietsen gevaarlijker zijn voor ouderen dan gewone fietsen. "Dit komt omdat niet altijd wordt geregistreerd welke type fiets betrokken is bij een ongeluk. Ze zijn ook steeds moeilijker als dusdanig te herkennen, omdat niet altijd meer zo'n zichtbare batterij onder de bagagedrager zit. Dus het aantal elektrische fietsen wordt in de cijfers onderschat."
Het CBS ziet verder dat er meer fatale ongelukken gebeuren waarbij een fietser niet tegen iets is aangereden. In twaalf jaar is dit type oorzaak toegenomen van 25 naar 34 procent. In plaats van te botsen tegen een auto, boom of ander obstakel, komen fietsers dan om door een val na bijvoorbeeld een voet tussen de spaken, verkeerd sturen, slecht wegdek, gladheid of onwel worden. Afgelopen jaar was 72 procent van de mensen die overleed zonder ergens tegenaan te fietsen, 70 jaar of ouder.
Uit CBS-cijfers van april dit jaar bleek al dat het totaal aantal verkeersdoden sinds 2000 is gehalveerd, ondanks de toegenomen mobiliteit. Het aantal verongelukte automobilisten daalde met 68 procent, maar het aantal fietsdoden bleef stabiel.