Honger meer dan verdubbeld in tien landen met extreem weer

16 sep 2022, 00:28 Lifestyle
honger meer dan verdubbeld in tien landen met extreem weer
ANP
In tien landen die door de klimaatcrisis vaker te maken hebben met extreem weer is acute honger in de afgelopen jaren meer dan verdubbeld, meldt Oxfam Novib vrijdag in een nieuw rapport. Zo'n 48 miljoen mensen lijden in deze landen honger, tegenover 21 miljoen mensen in 2016.
Het gaat om landen die het vaakst bij de Verenigde Naties moesten aankloppen voor hulp vanwege extreme weersomstandigheden. Bovenaan staat Somalië, dat momenteel kampt met de grootste droogte in 40 jaar. Sinds begin dit jaar zijn bijna een miljoen mensen daarom op de vlucht geslagen. Bovendien gaat Somalië gebukt onder geweld en terrorisme.
In de top 10 staan verder Haïti, Djibouti, Kenia, Niger, Afghanistan, Guatemala, Madagaskar, Burkina Faso en Zimbabwe. Oxfam Novib noemt het "klimaatbrandhaarden". Zo werden vorig jaar 7,3 miljoen Afghanen getroffen door een ernstige droogte. Verder leidt met name geweld en conflict tot honger. Klimaatverandering maakt dat erger, en kan ook juist weer conflicten aanwakkeren, stelt Oxfam Novib. Zo leden vorig jaar bijna 23 miljoen Afghanen honger door de machtsgreep van de Taliban.
In Somalië, Kenia en Ethiopië sterft volgens het onderzoek elke 48 seconden iemand aan honger.
Klimaatexpert Jacqueline Persson van Oxfam Novib ziet dat klimaatverandering de wereldwijde economische ongelijkheid vergroot. "Klimaatverandering zorgt ervoor dat extreem weer zoals droogte, cyclonen en overstromingen - die de afgelopen 50 jaar vervijfvoudigd zijn - frequenter en dodelijker worden. Sinds 2019 zien we dat honger wereldwijd weer dramatisch toeneemt", aldus Persson.
Oxfam Novib vindt dat geïndustrialiseerde landen een klimaatfonds op moeten richten voor de kwetsbaren die het meest last hebben van klimaatverandering. De klimaatbrandhaarden staan volgens de organisatie vaak onderaan op de lijst van landen qua voorbereiding op de gevolgen van klimaatverandering. Ondertussen zijn de tien landen verantwoordelijk voor "slechts 0,13 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot".
Volgende week zijn minister Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken) en minister Liesje Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) in New York voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Het gaat dan onder meer over de klimaatcrisis. Volgens Oxfam Novib is dat het moment om het klimaatfonds voor schade te realiseren.