'Sterke aanwijzingen voor terreurmotief T.'

01 jul 2019, 10:32 Landelijk
sterke aanwijzingen voor terreurmotief t
ANP
Het onderzoek naar de aanslag op de tram in Utrecht op 18 maart heeft tot dusver "sterke indicaties" opgeleverd voor terroristische motieven bij verdachte Gökmen T. (37). Dat zei het Openbaar Ministerie (OM) maandag op de eerste inleidende rechtszitting in de strafzaak tegen T.
Het OM baseert die verdenking onder meer op het briefje dat na de aanslag in de vluchtauto van T. werd gevonden. Daarop stond de tekst :"Ik doe dit voor mijn geloof, jullie maken moslims dood en willen ons geloof van ons afpakken, maar gaat niet lukken. Allah is groot." Ook op de loop van het door T. gebruikte vuurwapen is een tekst aangetroffen. De inhoud daarvan is nog niet bekendgemaakt.
Het OM zette maandag uitvoerig uiteen dat T. bekendstond als "een moeilijk persoon, een drugsgebruiker en een draaideurcrimineel", die geen trek had in hulpverlening. Niet is gebleken, aldus de officier van justitie, van eerdere signalen dat T. plannen had zo'n ernstig misdrijf te plegen. Hij was vlak voor de aanslag op vrije voeten gesteld nadat het gerechtshof zijn voorarrest had opgeschort, in een zaak waarin hij wordt verdacht van verkrachting van zijn vriendin. Daarvoor moet hij op 15 juli terechtstaan.
T. werd op de dag van de aanslag gearresteerd. Bij zijn voorgeleiding aan de rechter-commissaris, enkele dagen daarna, legde hij een bekentenis af. Later heeft hij te kennen gegeven niet meer te willen verklaren. Het OM zegt te blijven proberen met de man in gesprek te raken, omdat er zowel bij politie en OM als bij nabestaanden en slachtoffers nog veel vragen leven. In totaal hebben vijftien mensen aangifte tegen T. gedaan, onder meer wegens poging tot moord.
T. heeft in de tram geschoten en daarbuiten. Volgens het OM heeft hij ook nog vanuit de door hem gekaapte vluchtauto op mensen geschoten.
T. zal binnenkort in het Pieter Baan Centrum worden geplaatst, voor een gedragskundige observatie. Het onderzoek is nog in volle gang. De recherche werkt met vijftig mensen aan de zaak, onder wie enkele specialisten op het gebied van radicalisering.