Gökmen T., verdachte van de aanslag op een tram in Utrecht op 18 maart, blijft bijstand van een advocaat weigeren. "Ik ben geen democraat", zei hij maandag tegen de rechtbank in Utrecht. "Ik erken jullie niet, jullie rechtbank ook niet." T. stond als enige niet op toen de rechters de zaal binnenkwamen. Af en toe keek hij onderzoekend naar achteren de zaal in.
Rechtbankvoorzitter Ruud Veldhuisen wees T. erop dat justitie een zeer zware verdenking tegen hem koestert en dat het daarom niet verstandig is om zonder advocaat terecht te staan."U moet gevolgen daarvan overzien."
T. zei "het probleem" niet te zien. "Ik heb al bekend." Daarna beriep hij zich op zijn zwijgrecht. Op de vraag van de rechter waarom hij dat deed, antwoordde hij niet. Daarna gaf hij toch weer antwoord op enkele vragen. Een aantal vragen beantwoordde hij met tegenvragen. Veldhuisen: "U spreekt heel veel woorden maar geeft geen antwoord op mijn vragen. U geeft bespiegelingen op hoe de wereld in elkaar zit."
T. had aanvankelijk wel een advocaat maar heeft op enig moment verdere rechtsbijstand geweigerd. Bij de rechter-commissaris heeft hij twee keer een bekennende verklaring afgelegd, zei een van de twee officieren van justitie. Verder intensief onderzoek moet meer boven tafel krijgen, zei ze. De aanklagers hopen ook dat T. op de inhoudelijke zitting openheid van zaken geeft. Dat is belangrijk voor alle betrokkenen, voor wie de gevolgen van de aanslag zeer groot zijn, aldus het Openbaar Ministerie.