Particuliere verhuurders mogen straks niet meer een kort huurcontract van één of twee jaar aanbieden voor studentenkamers. De Tweede Kamer zal daartoe dinsdag een wijzigingsvoorstel aannemen van D66 en SP. Tijdelijke contracten blijven nog wel mogelijk voor uitwisselingsstudenten die bijvoorbeeld een jaar in Nederland zijn en ook campuscontracten blijven overeind. Dat zijn huurcontracten die de duur van de studie omvatten, meestal vijf jaar, waarna oud-studenten plaatsmaken voor nieuwe.
Het amendement is een toevoeging op het initiatiefwetsvoorstel van de PvdA en ChristenUnie om een tijdelijk contract te verbieden voor zelfstandige woonruimten. Een vast huurcontract wordt weer de norm, op een paar uitzonderingen na. Een meerderheid van de Kamer zal daar dinsdag ook voor stemmen. De coalitiepartijen zijn overigens verdeeld hierover; de VVD wil dit niet maar D66, CDA en ChristenUnie wel.
D66 en SP misten in het initiatief de problemen die steeds meer studenten ervaren met hun kamers. Korte huurcontracten worden vaker aangeboden en dat zorgt voor veel stress en onzekerheid, vinden SP-Kamerlid Sandra Beckerman en haar D66-collega Faissal Boulakjar. Studenten hebben in hun ogen juist een stabiele uitvalsbasis nodig in plaats van steeds op zoek te moeten naar andere woonruimte. Ook durven studenten vanwege die onzekerheid amper te klagen bij hun huisbaas over ernstige gebreken zoals lekkages of rotte kozijnen.
Sinds het in 2016 mogelijk werd om tijdelijke huurcontracten aan te bieden, worden er volgens D66 en SP amper meer (langduriger) campuscontracten aangeboden door huisbazen. Woningcorporaties gebruiken wel campuscontracten voor studentenwoningen, juist om de doorstroming op gang te houden en te voorkomen dat afgestudeerden te lang blijven wonen in goedkopere studenteneenheden.