Nigeria heeft 12 miljard dollar (ruim 11 miljard euro) nodig om de gedurende decennia opgehoopte olievervuiling in de zuidelijke staat Bayelsa op te ruimen over een periode van twaalf jaar, stelt een nieuw rapport van de Bayelsa State Oil and Environmental Commission. Volgens het rapport zijn Shell en het Italiaanse Eni verantwoordelijk voor het grootste deel van de vervuiling.
Bayelsa is een van de belangrijkste olieproducerende staten in de Niger-delta, een regio die geteisterd wordt door vervuiling, conflicten en corruptie. Die problemen houden verband met de aanwezigheid van de olie- en gasindustrie.
Het onderzoek naar de impact van olielekken begon in 2019. Er is gekeken naar bewijsmateriaal van forensische wetenschappers, bloedmonsters van mensen in getroffen gebieden en bedrijfsgegevens. Daaruit bleek onder meer dat de niveaus van giftige, verontreinigende stoffen door lekkages en het affakkelen van gas vele malen hoger waren dan toegestaan. Stoffen die brandwonden, longproblemen en kanker veroorzaken, waren wijdverspreid. En door oliemaatschappijen geleide schoonmaakacties werden vaak slecht uitgevoerd, waardoor de bodem en het grondwater ernstiger verontreinigd raakten, aldus het rapport.
Een woordvoerder van Eni zei dat de olielekken te wijten zijn aan diefstal om illegale raffinaderijen te voeden, evenals illegale export en sabotage, maar dat het bedrijf belooft alle lekkages te verhelpen. Een woordvoerder van Shell zei niet op de hoogte te zijn van het rapport en daarom geen commentaar te kunnen geven.
Woensdag werd bekend dat een groep Nigerianen Shell niet meer kan aanklagen voor een olielek in 2011. Dat ongeluk, waarbij naar schatting zo'n 40.000 vaten ruwe olie in zee terechtkwamen, gebeurde volgens de hoogste civiele rechtbank van het Verenigd Koninkrijk te lang geleden om er nu nog een rechtszaak over te kunnen voeren.