Taghi zit in EBI op afdeling met Marengo-medeverdachte Saïd R.  

05 sep , 5:35 Landelijk
anp050924044 1
ANP
VUGHT (ANP) - Ridouan Taghi is verplaatst binnen de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught en zit nu op een afdeling met mede-Marengo-hoofdverdachte Saïd R. en Willem Holleeder. Op deze afdeling is contact mogelijk en dat is er ook geweest, laat Taghi's detentieadvocaat Thomas van der Horst weten. Hij zegt ook verbaasd te zijn door de overplaatsing.
Taghi zat sinds zijn uitlevering vanuit Dubai eind 2019, in nagenoeg volledige afzondering. Een groot deel van die tijd verbleef hij op de speciaal voor hem gebouwde afdeling E1. Eind juli is hij op de meer open afdeling A geplaatst. Daar zit hij nu met de eveneens tot levenslang veroordeelden Holleeder en R. Die laatste is net als hij een van de hoofdverdachten in het omvangrijke liquidatieproces Marengo.
Dat Taghi samen met R. op de afdeling zit, is zeer opmerkelijk. De twee zijn hoofdverdachten in dezelfde strafzaak en zijn door de rechtbank veroordeeld voor betrokkenheid bij meerdere moorden. Het hoger beroep is nog in de voorbereidende fase.
Faissal
Een van de redenen dat de 46-jarige Taghi de afgelopen jaren nagenoeg in isolatie moest doorbrengen, was omdat er werd gevreesd dat hij zijn criminele activiteiten vanuit de gevangenis zou voortzetten. Zijn eerdere advocaat, en tevens neef, Youssef T. is tot 5,5 jaar cel veroordeeld voor het doorspelen van berichten. Een andere advocaat, Inez Weski, wordt hiervan verdacht. Haar zaak moet nog voor de rechter komen.
Taghi's recent door Dubai uitgeleverde zoon Faissal T. zit nu op de eenpersoonsafdeling waar Taghi jarenlang zat. De advocaten van Faissal T. zijn daar zeer ontstemd over en noemen het "onmenselijk en buitenproportioneel".
Faissal wordt verdacht van deelname aan een criminele organisatie die zich bezighoudt met internationale drugshandel, witwassen en het voorbereiden van geweldsmisdrijven. De 23-jarige T. is vorig jaar augustus in zijn woonplaats Dubai gearresteerd en zat sindsdien in de cel. De Verenigde Arabische Emiraten leverden hem eind juli uit aan Nederland.