De Curaçaose minister-president Eugene Rhuggenaath heeft maandag bekendgemaakt dat alle ministers op het eiland als gevolg van de coronacrisis aan het eind van de maand tien procent van hun salaris inleveren. Dat geld wordt rechtstreeks op de rekening van de Voedselbank gestort.
Rhuggenaath gaf aan dat zijn regering werkt aan andere bezuinigingen, zoals een nullijn van drie jaar voor alle ambtenaren en de mogelijkheid van vrijwillig pensioen voor overheidsfunctionarissen. Curaçao kreeg in april een eerste lening van Nederland en is nu in overleg over een nieuwe lening. Rhuggenaath heeft vertrouwen dat Nederland Curaçao weer geld zal lenen.
De Curaçaose minister van Financiën Kenneth Gijsbertha zei maandag op persoonlijke titel dat hij het betreurt dat Nederland veel voorwaarden stelt aan een nieuwe lening. Hij vindt dat "niet correct". "Als iemand hulp nodig heeft, moet je die in eerste instantie helpen en geen extra voorwaarden stellen waardoor we zelfs onze wetten zouden moeten aanpassen", zei Gijsbertha. Nederland wil dat een nieuwe lening gepaard gaat met het op orde brengen van de overheidsfinanciën.