De Curaçaose nationale held Tula heeft officieel eerherstel gekregen van de Nederlandse regering in een toespraak van demissionair staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Koninkrijksrelaties) in Willemstad. Tula leidde in 1795 de slavenopstand op het eiland en werd daarom op gruwelijke wijze geëxecuteerd door de Nederlandse koloniale machthebbers. 228 jaar later gaf Van Huffelen officieel toe dat de wens van Tula om zich los te maken uit de slavernij "terecht" was, zijn strijd "rechtvaardig", de daarvoor gebruikte middelen "geoorloofd" en zijn executie een "misdaad".
"Namens de regering, spreek ik, staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties en Digitalisering, vandaag de rehabilitatie van Tula uit en erken hem als held van Curaçao en ons allen", waren de woorden van Van Huffelen waar Curaçaoënaars lang op gewacht hebben. De regering erkent hiermee "volmondig de rechtvaardigheid van Tula's strijd, en die van anderen die zich tegen slavernij verzetten, en kijkt met spijt en schaamte naar de manier waarop zij door historische, bestuurlijke voorgangers zijn behandeld". De bewindsvrouw herhaalde hierna haar woorden in het Papiaments, de moedertaal van veel Curaçaoënaars.
Vanwege noodweer moest de plechtigheid dinsdag halverwege worden afgebroken. Daardoor werden de woorden niet zoals gepland uitgesproken op 3 oktober, de datum waarop Tula werd vermoord in 1795. Van Huffelen ging expliciet in op de "gruwelijkheden" die Tula en zijn medestanders toen werden aangedaan op het plein waar ze stond, naast Fort Amsterdam. Tula werd met een ijzeren staaf zo toegetakeld dat al zijn botten waren gebroken. Na onthoofding werd zijn hoofd op een stok gezet om medestanders af te schrikken. Twee belangrijke medestrijders werden ook op wrede wijze mishandeld en uiteindelijk gedood en 29 anderen werden verhangen.
"Deze rehabilitatie komt laat, te laat, en kwam ook niet vanzelf", zei Van Huffelen. Ze loofde de "tomeloze inzet van een grote groep Curaçaoënaars" die zich hiervoor heeft ingezet. Het eerherstel werd in december vorig jaar aangekondigd, toen premier Mark Rutte namens de regering excuses aanbood voor het Nederlandse slavernijverleden.