Sywert van Lienden vindt dat hij tot nu toe zeer goed heeft meegewerkt in het onderzoek naar de omstreden mondkapjesdeal, zo liet hij blijken in de rechtbank van Amsterdam. Dinsdag dient een civiele zaak die draait om de vraag of hij en zijn kompaan Bernd Damme ontslagen moeten worden als bestuurders van Stichting Hulptroepen Alliantie (SHA). "Ik heb niets te verbergen, niets", zo hield Van Lienden de rechters voor.
De rechtbank besloot in april al om Van Lienden en Damme te schorsen uit het bestuur na een verzoek van het Openbaar Ministerie. Na ontslag zou het nieuw te benoemen bestuur de aansprakelijkheid van het voormalig bestuur verder moeten onderzoeken.
De rechters wierpen bij de behandeling van de kwestie bij Van Lienden en Damme de vraag op of het wel gewenst was dat ze aan zouden blijven als bestuurder. "Het is lastig te rijmen dat u dan het onderzoek gaat leiden naar uw eigen handelen", aldus de rechtbank. Hoewel hij snapt dat het klinkt als een slager die zijn eigen vlees keurt, zo legde Van Lienden uit, ziet hij hier geen probleem in. "Ik ben tot nu toe een strenge slager geweest, ik leg alles voor aan externe advocaten."
Hij stelde ook dat de hele kwestie voor een enorme impact op zijn leven heeft gezorgd. Zo zou Van Lienden bedreigd en geïntimideerd zijn. "Ik heb dag en nacht gewerkt om de stichting voort te zetten en recht te doen aan de stichting zoals hij nu is", legde hij zijn verweer tegen het ontslag uit.
Er waren dinsdag kleine incidenten tussen enkele voormalig vrijwilligers van de stichting en Van Lienden. Zo meldde een van de hen dat iemand uit de entourage van Van Lienden buiten de rechtszaal haar middelvinger naar hem op had gestoken. Ook werd er in de zittingszaal non-verbaal tussen de partijen gecommuniceerd door bijvoorbeeld het schudden van het hoofd.
Van Lienden en twee zakenpartners importeerden vanaf maart 2020 een grote hoeveelheid mondkapjes naar Nederland. Een van de deals die werd gesloten was met het ministerie van Volksgezondheid.
Volgens het OM hebben Van Lienden en twee zakenpartners klanten vanuit de mondkapjesstichting, waarover zij beweerden er zonder winstoogmerk mee begonnen te zijn, doorgesluisd naar een commerciële bv, Relief Goods Alliance (RGA), die losstond van de stichting. Hiermee verdienden ze miljoenen. "De stichting had direct vanaf de geboorte al een eigen belang", denkt het OM. Dit wordt door Van Lienden ontkend. Volgens hem was het juist de overheid die het via commerciële levering wilde regelen.
Naast deze civiele procedure loopt er ook een strafrechtelijk onderzoek. In maart zaten Van Lienden, Damme en de derde zakenpartner Camille van Gestel enige tijd vast voor verhoor. Het OM heeft eind april voor een totaalbedrag van ruim 11,5 miljoen euro beslag gelegd op de Nederlandse bankrekeningen van de hoofdrolspelers in de mondkapjesaffaire.
De rechtbank doet op 21 juli uitspraak in de zaak.