Het wegens de coronacrisis afgekondigde vuurwerkverbod heeft bij de laatste jaarwisseling geleid tot een vermindering van 70 procent van het aantal slachtoffers ten opzichte van vorig jaar. Dat meldt Veiligheid.NL, kenniscentrum voor letselpreventie.
"Waren er met de vorige jaarwisseling nog 1300 vuurwerkslachtoffers, deze jaarwisseling zijn bijna 400 patiënten behandeld voor vuurwerkletsel op de Spoedeisende Hulp-afdelingen en huisartsenposten."
VeiligheidNL ging de cijfers na in samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen, InEen (vereniging van organisaties voor eerstelijnszorg) en de Nederlandse Vereniging voor Traumachirurgie. De aantallen zijn gebaseerd op onderzoek bij alle Spoedeisende Hulp-afdelingen in Nederland en ruim driekwart van alle huisartsenposten over de periode van 31 december tot en met 1 januari.
"We zijn blij te zien dat het vuurwerkverbod heeft geleid tot een forse daling van het aantal vuurwerkslachtoffers. Daarnaast blijkt dat het verbod gelukkig geen verschuiving naar het afsteken van zwaar illegaal vuurwerk heeft veroorzaakt", zegt Birgitte Blatter, manager onderzoek bij VeiligheidNL "Toch vinden we het aantal van vierhonderd vuurwerkgewonden dat op de Spoedeisende Hulp of huisartsenpost terecht is gekomen nog best hoog, gezien het vuurwerkverbod."
De daling van het aantal vuurwerkslachtoffers is te zien bij alle soorten vuurwerk, ook zwaar illegaal vuurwerk (zoals nitraten en cobra’s) en carbid schieten. "Van de verwondingen die we zagen ontstond de meerderheid door knalvuurwerk."
De vuurwerkslachtoffers zijn vaak jong: 63 procent is jonger dan twintig. Bij de vorige jaarwisseling was dat nog 49 procent. Het aandeel gewonde omstanders was met 44 procent lager dan vorig jaar (51 procent). Het zijn als altijd overwegend mannen die gewond raken (82 procent).
Patiënten werden vooral behandeld wegens brandwonden (41 procent). Het aandeel oogletsels was dit jaar met 14 procent aanzienlijk lager dan vorig jaar (27 procent).