De 25 veiligheidsregio's hebben van het kabinet formeel de opdracht gekregen om op korte termijn in elke regio 2000 opvangplekken te regelen voor gevluchte Oekraïners. Bovendien hebben de burgemeesters met het kabinet afgesproken dat zij ervoor gaan zorgen dat de stroom Oekraïners en andere vluchtelingen niet met elkaar gaan concurreren op locaties. "Want iedereen heeft gelijke rechten als hij of zij het land binnenkomt."
De regio's hebben de eerste 50.000 noodplekken zo goed als rond. "De regio's zijn ook al aan het kijken voor grotere aantallen", zegt voorzitter Hubert Bruls van het Veiligheidsberaad, het burgemeestersoverleg van de voorzitters van de veiligheidsregio's. De burgemeesters zoeken vooral naar grootschalige faciliteiten zoals leegstaande kantoorpanden, hotels, vakantieparken, riviercruiseschepen en "her en der paviljoens" die minimaal een half jaar beschikbaar zijn. Die zoektocht is niet makkelijk, zeggen de burgemeesters. Bruls: "We hebben sowieso een tekort aan opvangplekken. Dit komt er bovenop. Maar we moeten."
De burgemeesters willen niet verantwoordelijk zijn voor de hele vluchtelingenstroom die Nederland binnenkomt. "Dat is aan het COA", aldus Bruls. De lokale bestuurders gaan puur over de locaties.
Staatssecretaris Eric van der Burg zei maandag na afloop van het overleg met de burgemeesters dat "de gemeenten er terecht op vertrouwen dat het Rijk de kosten voor zijn rekening neemt". Binnen tien dagen moeten de eerste 25.000 plekken geregeld zijn, de andere 25.000 enkele weken later, denkt Van der Burg. "Als er andere dingen gebeuren....dit is een klus die we samen moeten klaren", zei Van der Burg op de vraag of er mogelijk nog meer plekken nodig zijn.
Tot dusver zijn zo'n duizend Oekraïners naar Nederland gekomen, maar Van der Burg wil nog niet van een crisis spreken. Op welk moment daar wel sprake van is, liet hij in het midden. "We hebben geen getal afgesproken."