De Amerikaanse aandelenbeurzen zijn de week met stevige verliezen begonnen. De angst voor sterk stijgende inflatie door de hoge olie- en gasprijzen kreeg de beurshandel in zijn greep. Aanleiding daarvan waren berichten dat de VS en de EU mogelijk een ban op de import van Russische olie willen instellen.
De olieprijzen stegen eerder op maandag al tot ruim boven de 130 dollar per vat, de hoogste prijzen sinds 2008. Volgens de Russische vicepremier Aleksandr Novak zou bij een importban de olieprijs tot wel 300 dollar per vat zou kunnen stijgen.
Een vat Amerikaanse olie was bij de slotbel op Wall Street 3,6 procent meer waard op 119,86 dollar. Brentolie steeg 4,6 procent en kostte 123,50 dollar per vat. Oliebedrijven als Chevron en ExxonMobil werden tot 3,6 procent hoger gezet.
De Dow-Jonesindex sloot met een min van 2,4 procent op 32.817,38 punten. De breed samengstelde S&P 500 leverde 3 procent in en kwam uit op 4201,09 punten, het laagste slot in bijna een half jaar. Techbeurs Nasdaq verloor 3,6 procent tot 12.830,96 punten.
Uber steeg aan het begin van de handelsdag na het verhogen van zijn prognoses, maar verloor uiteindelijk 4,2 procent. Het bedrijf stelde snel te herstellen van de verstoringen die werden veroorzaakt door de omikronvariant van het coronavirus in het laatste kwartaal van 2021. Zowel bij de taxidienst als de bezorgdiensten ziet het bedrijf de winstontwikkeling verbeteren ten opzichte van het vierde kwartaal.
Airbnb leverde haast 8 procent in. Volgens het bedrijf hebben meer dan 28.000 woningeigenaren wereldwijd via het woningverhuurplatform een plek geboden aan Oekraïense vluchtelingen. Dat aantal is inclusief ruim 13.000 nieuwe verhuurders die zich de afgelopen week om die reden hebben aangemeld. Netflix daalde 3,2 procent. Het streamingbedrijf heeft zijn diensten in Rusland opgeschort om te protesteren tegen de invasie van Oekraïne door het land.
Meta Platforms, het moederbedrijf van Facebook, daalde 6,3 procent en heeft nu sinds de piek in september meer dan de helft van zijn waarde verloren. Een groot deel van die daling kwam vorige maand na een tegenvallende prognose en een daling van het aantal gebruikers. Ook andere techbedrijven als Apple (min 2,4 procent), Amazon (min 5,6 procent) en Microsoft (min 3,8 procent) daalden stevig.
Google-moeder Alphabet daalde 4,2 procent. Google zou in gesprek zijn met internetbeveiligingsbedrijf Mandiant over een overname. Dat bedrijf werd ruim 16 procent meer waard.
De euro was 1,0863 dollar waard, evenveel als bij het slot van de Europese beurzen.